ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2601

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002891-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor mishandeling met geldboete en voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad, dat op 24 november 2010 was gewezen. De verdachte is veroordeeld voor mishandeling, waarbij hij op 12 juli 2010 in de gemeente [gemeente] een persoon, [slachtoffer], met zijn elleboog in het gezicht heeft gestoten. Dit heeft geleid tot letsel en pijn bij het slachtoffer. Het hof heeft het verweer van de verdachte, dat strekte tot vrijspraak, verworpen op basis van de gebezigde bewijsmiddelen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder voor een strafbaar feit was veroordeeld en heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen.

De uitspraak houdt in dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen het onder 1 ten laste gelegde. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van 750 euro, die in vijf maandelijkse termijnen van 150 euro kan worden voldaan. Bij gebreke van betaling kan de geldboete worden omgezet in 15 dagen hechtenis. Het hof heeft de toepasselijke artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de strafoplegging als passend beoordeeld, gezien de aard en ernst van de mishandeling en de omstandigheden waaronder deze is gepleegd.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002891-10
Uitspraak d.d.: 26 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad van 24 november 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1982],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 2 ten laste gelegde tot een geldboete van EUR 500,-, subsidiair 10 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. J.A.C. van den Brink, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Verdachte is bij het vonnis waarvan beroep vrijgesproken van het aan hem onder 1 ten laste gelegde. Derhalve zal het hof hem in zoverre niet ontvankelijk verklaren in het hoger beroep.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep - voor zover aan hoger beroep onderworpen - vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - voor zover aan hoger beroep onderworpen - ten laste gelegd dat:
2.
hij op of omstreeks 12 juli 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), éénmaal (met kracht) met zijn, verdachtes, elleboog in het gezicht heeft gestoten, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overweging omtrent het bewijs
Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte aangevoerde verweer strekkende tot vrijspraak wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen.
Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2.
hij op 12 juli 2010 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), éénmaal met kracht met zijn, verdachtes, elleboog in het gezicht heeft gestoten, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft [slachtoffer] een elleboogstoot tegen zijn gezicht gegeven, waardoor hij pijn heeft ondervonden en enig letsel heeft bekomen. Dit terwijl het slachtoffer een ander trachtte te beschermen tegen het gedrag van verdachte. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de fysieke integriteit van [slachtoffer].
Blijkens een verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 7 juli 2011 is hij niet eerder veroordeeld voor een strafbaar feit.
Daarnaast heeft het hof gelet op hetgeen verdachte en zijn raadsman omtrent de persoonlijke omstandigheden van verdachte naar voren hebben gebracht.
Het hof heeft tevens in aanmerking genomen de landelijk geldende oriëntatiepunten voor straftoemeting en het gegeven dat de mishandeling enig letsel tengevolge heeft gehad. Gelet op het voorgaande dient aan verdachte een hogere geldboete te worden opgelegd dan in eerste aanleg. De geldboete van na te melden hoogte acht het hof passend.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen het onder 1 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 15 (vijftien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 5 (vijf) termijnen van 1 maand, elke termijn groot EUR 150,00 (honderdvijftig euro).
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. J.M. Rowel-van der Linde en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse, griffier,
en op 26 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.P. van Stempvoort is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.