ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2594

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000018-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep inzake verwerving van een motorfiets

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Lelystad, dat op 3 januari 2011 was gewezen. De verdachte, geboren in 1986 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was in hoger beroep gegaan tegen de eerdere veroordeling. Het hof heeft kennisgenomen van de argumenten van de verdachte, die werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. A. Taner.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere bewijsbeslissing kwam. De tenlastelegging betrof de verwerving, het voorhanden hebben en/of het overdragen van een motorfiets (merk: KTM, kleur: zwart) op of omstreeks 28 en/of 31 mei 2009, terwijl de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het om een door misdrijf verkregen goed ging. Na het onderzoek ter terechtzitting op 12 september 2011, waarbij ook de vordering van de advocaat-generaal werd besproken, kwam het hof tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.

Het hof oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte de motorfiets voorhanden had gehad, en sprak hem daarom vrij van de hem ten laste gelegde feiten. De beslissing van het hof was daarmee een bevestiging van de rechtsbescherming van de verdachte, waarbij het hof de belangen van de verdachte in het licht van de bewijsvoering zorgvuldig heeft afgewogen.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000018-11
Uitspraak d.d.: 26 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank [gemeente]-Lelystad van 3 januari 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1986],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Flevoland, HvB Lelystad te Lelystad.
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 12 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot besvestiging van het vonnis waarvan beroep. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. A. Taner, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijzing van de tenlastelegging in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 en/of 31 mei 2009 in de gemeente [gemeente] en/of [gemeente], in elk geval in Nederland, een motorfiets (merk: KTM kleur: zwart) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die motorfiets wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
subsidiair althans, indien vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 28 en/of 31 mei 2009 in de gemeente [gemeente] en/of [gemeente], in elk geval in Nederland, een motorfiets (merk: KTM kleur: zwart) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die motorfiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Nu op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet is gebleken dat verdachte de motorfiets, die bij [naam] is aangetroffen, voorhanden heeft gehad, acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. J.M. Rowel-van der Linde en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse, griffier,
en op 26 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.P. van Stempvoort is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.