ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2044

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
6 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000796-11
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens afwezigheid van schuld bij niet nakomen van leerplicht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 6 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter van 6 april 2011. De verdachte, een leerplichtige jongere, werd vervolgd wegens het niet nakomen van de verplichting tot het geregeld volgen van onderwijs, zoals voorgeschreven in de Leerplichtwet 1969. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 6 september 2010 tot 2 december 2010 niet heeft voldaan aan deze verplichting, maar heeft ook geconstateerd dat er onder bijzondere omstandigheden geen verwijt aan de verdachte te maken viel. De verdachte had te maken met complexe geestelijke en lichamelijke problemen, en er was onduidelijkheid over de geschiktheid van het onderwijs dat hij volgde. Dit leidde ertoe dat het hof oordeelde dat de verdachte niet schuldig was aan het niet volgen van onderwijs, en hem daarom ontsloeg van alle rechtsvervolging.

Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die strekte tot schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel, in overweging genomen. Na het horen van de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.H. Rump, heeft het hof besloten het vonnis waarvan beroep te vernietigen en opnieuw recht te doen. De beslissing van het hof was dat de verdachte niet strafbaar was ter zake van het bewezen verklaarde, en dat hij om die reden van alle rechtsvervolging werd ontslagen. Dit arrest is gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken en is op 6 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000796-11
Uitspraak d.d.: 6 september 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter, sector kanton, rechtbank Zwolle-Lelystad van 6 april 2011 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1993],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 6 september 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot schuldigverklaring van verdachte zonder oplegging van straf of maatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. J.H. Rump, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 06 september 2010 tot 02 december 2010 te [plaats] (telkens) als jongere die als leerling of deelnemer van een school of instelling, te weten het [school], staat ingeschreven op grond van artikel 4a, eerste lid (Leerplichtwet 1969), niet heeft voldaan aan de verplichting het volledige onderwijsprogramma en/of het volledige programma van de combinatie leren en werken te volgen, dat door die school of instelling wordt aangeboden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 06 september 2010 tot 02 december 2010 te [plaats] als jongere die als leerling van een school, te weten het [school], staat ingeschreven op grond van artikel 4a, eerste lid (Leerplichtwet 1969), niet heeft voldaan aan de verplichting het volledige onderwijsprogramma en/of het volledige programma van de combinatie leren en werken te volgen, dat door die school of instelling wordt aangeboden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezen verklaarde levert op:
Als leerplichtige jongere die kwalificatieplichtig is de verplichting tot geregeld volgen van het onderwijs niet nakomen.
Strafbaarheid van de verdachte
Het hof overweegt met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte als volgt.
In de periode waarin verdachte werd ingeschreven op het [school] te [plaats] werd hij begeleid door en was er breed overleg over hem met diverse personen en instellingen. Dit betreft onder meer de moeder van verdachte, de gezinsvoogd, een tweetal leerplichtambtenaren, de huisarts, de decaan van het [school], en de instelling voor geestelijke gezondheidszorg Dimence. Uit de stukken in het dossier blijkt dat zowel de geestelijke als de lichamelijke problemen van verdachte dermate complex waren, dat niemand precies wist op welke manier daarmee moest worden omgegaan. Het [school] werd niet beschouwd als passend onderwijs en er was nog niet beslist over medicatieverstrekking, die volgens verdachte en zijn moeder noodzakelijk was, en welke noodzaak achteraf ook is gebleken. Voorts staat vast dat medicatieverstrekking uitbleef.
Dat verdachte niet heeft voldaan aan zijn verplichting om - kortweg - onderwijs te volgen staat weliswaar vast, maar naar het oordeel van het hof treft hem onder de specifieke omstandigheden van dit geval geen enkel verwijt. Verdachte moet daarom, wegens afwezigheid van alle schuld, worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld.
Verklaart verdachte niet strafbaar ter zake van het bewezen verklaarde en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Aldus gewezen door
mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter,
mr. T.M.L. Wolters en mr. W. van Houtum, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 6 september 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. W. van Houtum is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.