ECLI:NL:GHLEE:2011:BT2017
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- T.M.L. Wolters
- P.J.M. van den Bergh
- W. van Houtum
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van medeplegen van vernieling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte was vervolgd voor het medeplegen van een vernieling, specifiek het opblazen van brievenbussen. De advocaat-generaal had een werkstraf van twintig uren en een schadevergoeding van tachtig euro geëist. Tijdens de zitting op 6 september 2011 heeft het hof de zaak behandeld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. F.N. Dijkers.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de personen die daadwerkelijk de brievenbus hebben opgeblazen. De verdachte had geen uitvoeringshandelingen verricht bij de explosie en er was geen bewijs dat hij betrokken was bij de vernieling. Daarom heeft het hof geoordeeld dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de tenlastelegging.
Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg een schadevergoeding had gevorderd, niet-ontvankelijk verklaard. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. De kosten werden door beide partijen gedragen. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.