ECLI:NL:GHLEE:2011:BT1989
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van bedreiging door gebrek aan overtuigend bewijs van schietbeweging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 14 september 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte werd beschuldigd van bedreiging van een beveiligingsbeambte op 31 december 2009, waarbij hij een schietbeweging met zijn hand zou hebben gemaakt en daarbij dreigende woorden zou hebben geuit. De advocaat-generaal vorderde bewezenverklaring van de tenlastelegging en een geldboete van € 720,-, subsidiair 14 dagen vervangende hechtenis.
Het hof heeft het bewijs dat de verdachte daadwerkelijk een schietbeweging heeft gemaakt, niet overtuigend geacht. De verklaringen van de verdachte en getuigen, waaronder een politieagent, wezen erop dat de verdachte slechts naar de beveiligingsbeambte wees. De camerabeelden gaven geen duidelijkheid over de aard van het gebaar. Het hof concludeerde dat de ten laste gelegde schietbeweging niet bewezen kon worden en dat de bewoordingen van de verdachte, zonder de context van de schietbeweging, te onbepaald en onvoldoende concreet waren om als bedreiging te worden aangemerkt volgens artikel 285, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de gehele tenlastelegging. De uitspraak benadrukt het belang van overtuigend bewijs in strafzaken en de noodzaak om bedreigende uitspraken in hun context te beoordelen.