GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001264-10
Uitspraak d.d.: 29 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 15 april 2010 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-653177-09 en 18-652130-09, 18-652491-09, 18-652552-09, tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1985],
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Overijssel, PIV HvB Zwolle te Zwolle.
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 28 maart 2011 en 15 augustus 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, met aftrek van voorarrest. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman,
mr. F.H. Kappelhof, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-653177-09:
zij in de gemeente [gemeente], op of omstreeks 15 juni 2009, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen in of uit een winkel van [bedrijf] aan [straat] te [plaats] een aantal cosmetica-artikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Zaak met parketnummer 18-652130-09:
zij op of omstreeks 6 mei 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen drie flessen shampoo, een bus haarlak en/of een bus styling-spray, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
zij op of omstreeks 6 mei 2009, in de gemeente [gemeente], opzettelijk drie flessen shampoo, een bus haarlak en/of een bus styling-spray, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Zaak met parketnummer 18-652491-09:
zij op of omstreeks 04 mei 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer deodorant, haarspray en/of aftershave, althans een of meer cosmetica artikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Zaak met parketnummer 18-652552-09:
zij op of omstreeks 7 juli 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen vijf bussen deospray, ketjap en/of vier vleesproducten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-653177-09 en in de zaak met parketnummer 18-652130-09 onder primair en in de zaak met parketnummer 18-652491-09 en in de zaak met parketnummer 18-652552-09 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 18-653177-09:
zij in de gemeente [gemeente], op 15 juni 2009, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen uit een winkel van [bedrijf] aan [straat] te [plaats] cosmetica-artikelen, toebehorende aan [slachtoffer];
Zaak met parketnummer 18-652130-09:
primair:
zij op 6 mei 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen drie flessen shampoo, een bus haarlak en een bus styling-spray, toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf];
Zaak met parketnummer 18-652491-09:
zij op 04 mei 2009 te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen deodorant, haarspray en aftershave, toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf];
Zaak met parketnummer 18-652552-09:
zij op 7 juli 2009, in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen vijf bussen deospray en vier vleesproducten, toebehorende aan het winkelbedrijf [bedrijf].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het in de zaak met parketnummer 18-653177-09 en in de zaak met parketnummer 18-652130-09 primair en in de zaak met parketnummer 18-652491-09 en in de zaak met parketnummer 18-652552-09 bewezen verklaarde levert op, telkens:
diefstal.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende drie maanden in 2009 schuldig gemaakt aan vier winkeldiefstallen in supermarkten. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de benadeelde supermarkten.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 14 juni 2011, waaruit blijkt dat zij eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, met name ter zake van winkeldiefstallen. De straffen die haar in dat kader zijn opgelegd, hebben haar er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te begaan.
Het hof houdt voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals die blijken uit een reclasseringsrapport d.d. 12 augustus 2011 en zoals die ter terechtzitting van het hof van 15 augustus 2011 aan de orde zijn gekomen. Verdachte heeft een licht verstandelijke beperking en heeft te kampen met langdurige verslavingsproblematiek en problemen op nagenoeg elk leefgebied. Zonder adequate behandeling is het recidiverisico als hoog te beschouwen.
In het kader van andere strafzaken is getracht om te komen tot een adequate behandeling. Verdachte is op 11 maart 2011 opgenomen op de Forensische Psychiatrische Afdeling te Franeker (hierna: FPA), waar zij tot 10 mei 2011 heeft verbleven en waar de behandeling volgens de FPA tot dan toe voorspoedig was verlopen. Om redenen door verdachte ter zitting uiteengezet is zij echter op 10 mei 2011 weggelopen van de afdeling en daarheen niet teruggekeerd.
In voornoemd reclasseringsrapport wordt geconcludeerd dat een klinische behandeling in een gecontroleerde setting geïndiceerd is. In het rapport wordt hiervoor Trajectum Hoeve Boschoord (een instelling die zich richt op de behandeling en begeleiding van mensen met een licht verstandelijke beperking) genoemd. Door het NIFP is ten aanzien van verdachte een indicatie afgegeven voor Hoeve Boschoord. Deze instelling kent echter een lange wachttijd (circa 2 jaar). Thans is nog niet duidelijk of opname in Hoeve Boschoord mogelijk is. Dit komt aan de orde ter zitting bij de politierechter in Groningen, naar verwachting op 19 september 2011. Naar aanleiding van deze wachttijd heeft de raadsman ter terechtzitting van het hof verzocht om hetzij, als stok achter de deur, preluderend op hetgeen de politierechter kan beslissen, een voorwaardelijke straf (voorwaarde: behandeling Hoeve Boschoord) op te leggen, hetzij de zaak anders af te doen zodat verdachte deze zaak achter zich kan laten.
Het hof acht het vooruitlopen op een mogelijke behandeling in Hoeve Boschoord prematuur. Gelet op het vorenstaande zal het hof, gezien de ernst en het aantal feiten, de documentatie van verdachte en het gevaar van herhaling, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur opleggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-653177-09 en in de zaak met parketnummer 18-652130-09 primair en in de zaak met parketnummer 18-652491-09 en in de zaak met parketnummer 18-652552-09 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-653177-09 en in de zaak met parketnummer 18-652130-09 primair en in de zaak met parketnummer 18-652491-09 en in de zaak met parketnummer 18-652552-09 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Aldus gewezen door
mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter,
mr. B.J.J. Melssen en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. K.J. Reinke, griffier,
en op 29 augustus 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.P. van Stempvoort is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.