GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-003118-06
Uitspraak d.d.: 26 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 19 december 2006 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1985],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 27 maart 2008, 19 februari 2009, 7 april 2011 en 12 augustus 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg van 5 december 2006.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het primair aan hem tenlastegelegde tot jeugddetentie voor de duur van vier maanden, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. C. Krijger, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in op of omstreeks de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 november 2004 te [plaats], meermalen, althans eenmaal, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit (over de kleding heen) het betasten van het kruis van die [slachtoffer] en/of het betasten/aftrekken van de blote penis van die [slachtoffer] en/of het in zijn, verdachtes, mond nemen van de blote penis van die [slachtoffer] en/of het leggen van een hand van die [slachtoffer] op zijn verdachtes blote penis en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit dat verdachte met gebruikmaking van zijn fysieke en/of psychische overwicht op die [slachtoffer] een situatie heeft gecreëerd waarbij die [slachtoffer] zich niet tegen de seksuele handelingen van verdachte kon verzetten en/of zich hieraan kon onttrekken;
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 november 2004 te [plaats], meermalen, althans eenmaal met [slachtoffer] (geboren op [1989]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit (over de kleding heen) het betasten van het kruis van die [slachtoffer] en/of het in zijn, verdachtes, mond nemen van de blote penis van die [slachtoffer] en/of het leggen van een hand van die [slachtoffer] op zijn verdachtes blote penis.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 november 2004 te [plaats], meermalen, met [slachtoffer] (geboren op [1989]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit (over de kleding heen) het betasten van het kruis van die [slachtoffer] en het in zijn, verdachtes, mond nemen van de blote penis van die [slachtoffer] en het leggen van een hand van die [slachtoffer] op zijn verdachtes blote penis.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het subsidiair bewezen verklaarde levert op:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent verdachte is door J. de Hoop, klinisch psychologe te Groningen, op 3 maart 2008 een psychologisch rapport uitgebracht. Dat rapport houdt als conclusie onder meer in:
Er is bij betrokkene sprake van een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens in de vorm van PDD-NOS en kenmerken van ADHD bij een licht verstandelijke handicap. Hiervan was ook sprake ten tijde van het plegen van hetgeen aan hem is tenlastegelegd.
Deze gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke storing is van dien aard, dat hetgeen aan verdachte wordt tenlastegelegd, hem dientengevolge slechts in sterk verminderde mate kan worden toegerekend.
Daarnaast is omtrent verdachte door T.W.D.P. van Os, psychiater en psychoanalyticus te Groningen, op 21 maart 2008 een psychiatrisch rapport uitgebracht. Dat rapport houdt als conclusie onder meer in:
Er is bij onderzochte sprake van een ziekelijke stoornis der geestvermogens, te weten een ontwikkelingsstoornis waarbij er kenmerken zijn van ADHD en mogelijk kenmerken van PDD-NOS. Deze ziekelijke stoornis bestond ook ten tijde hetgeen hem tenlaste wordt gelegd. Verder is er bij onderzochte sprake van een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens, te weten een beperking der verstandelijke vermogens en persoonlijkheidsproblematiek die hiermee samenhangt (overafhankelijkheid van de omgeving). Deze gebrekkige ontwikkeling bestond ook ten tijde hetgeen hem tenlaste wordt gelegd. Ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde was verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar.
Het hof neemt de conclusies, dat het bewezenverklaarde de verdachte in sterk verminderde mate kan worden toegerekend, over en maakt die tot de zijne.
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft het bewezenverklaarde feit begaan toen hij de leeftijd van 18 jaren had bereikt. Het hof ziet echter in de - jeugdige - persoonlijkheid van verdachte, zoals deze naar voren komt uit (onder meer) eerder vermeld psychiatrisch en psychologisch rapport, aanleiding om met betrekking tot dit strafbare feit het minderjarigenstrafrecht toe te passen.
Verdachte heeft in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 november 2004 meermalen ontuchtige handelingen gepleegd met [slachtoffer], van wie hij wist dat deze toen nog geen zestien jaar was. Verdachte heeft [slachtoffer] in die periode gepijpt, de hand van [slachtoffer] op zijn blote penis gelegd en heeft met zijn hand het kruis van [slachtoffer] betast. Om zijn eigen lusten te bevredigen heeft verdachte misbruik gemaakt van de toen 14/15-jarige [slachtoffer].
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 9 augustus 2011 is gebleken dat verdachte eenmaal eerder - tot een geldboete - is veroordeeld.
Van belang voor de strafoplegging is voorts dat in deze zaak uitspraak wordt gedaan gelijktijdig met de strafzaak onder parketnummer 24-000915-08. Hieruit blijkt dat er thans een andere zaak ter berechting aan het hof is voorgelegd.
Het bewezen verklaarde kan de verdachte - blijkens de conclusies uit het voornoemde psychiatrische en psychologische rapport - in sterk verminderde mate worden toegerekend.
Behalve deze rapporten heeft het hof de beschikking over een zeer recent, op 15 juli 2011, door Verslavingszorg Noord Nederland uitgebracht advies met betrekking tot verdachte. Geadviseerd wordt om verdachte een (gedeeltelijke) voorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen, met onder meer als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.
Tevens heeft het hof in aanmerking genomen dat er sinds het begaan van de strafbare feiten onwenselijk veel tijd is verstreken. Voor een deel is dit het gevolg van het niet al te voortvarend handelen van justitie, voor een deel is het te wijten aan het gedrag van verdachte. Door dit laatste was er geruime tijd nodig om voor hem een passende opvang en begeleiding te realiseren. Omdat een en ander ook voor de afdoening van de onderhavige strafzaak van belang is, was enig tijdsverloop onvermijdelijk.
Alles afwegende is het hof van oordeel, dat in dit geval een passende bestraffing gevonden kan worden in het opleggen van een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van twee maanden, met een proeftijd van twee jaren. Het hof acht het geboden - mede ter voorkoming van recidive - aan de jeugddetentie de bijzondere voorwaarde te verbinden dat verdachte zich onder toezicht stelt van de reclassering, zoals hierna nader omschreven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 63, 77c, 77i, 77x, 77y, 77z, 77gg en 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaalt dat de jeugddetentie niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich stelt onder het toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens deze instelling te geven.
Aldus gewezen door
mr. P. Koolschijn, voorzitter,
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte, griffier,
en op 26 augustus 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Zijnde mr. Van der Wiel-Rammeloo voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.