GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-000986-10
Uitspraak d.d.: 19 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 12 april 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1970],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 5 augustus 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden met een proeftijd van twee jaren, met als bijzondere voorwaarden reclasseringscontact, voortzetting van deelname aan de zedengroep van de AFPN en een ambulante behandeling bij VNN. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof verdachte tevens zal veroordelen tot een werkstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. M.T. van Daatselaar, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 11 t/m 12 maart 2009 te [plaats], met [slachtoffer], geboren [1995], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks het tijdvak van 11 t/m 12 maart 2009 te [plaats] ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind, [slachtoffer], geboren op [1995], bestaande die ontucht hierin dat hij
- die [slachtoffer] heeft uitgekleed en/of
- die [slachtoffer] op de mond heeft gezoend en/of
- (met ontbloot onderlichaam) op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of
- met zijn hand(en) een/de borst(en) en/of de vagina van die [slachtoffer] heeft betast en/of aangeraakt en/of
- met zijn mond en/of tong een/de borst(en) en/of vagina van die [slachtoffer] heeft aangeraakt en/of gekust;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks het tijdvak van 11 t/m 12 maart 2009 te [plaats], met [slachtoffer], geboren [1995], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit:
- uitkleden van die [slachtoffer] en/of
- op de mond zoenen van die [slachtoffer] en/of
- (met ontbloot onderlichaam) op die [slachtoffer] gaan liggen en/of
- met zijn hand(en) een/de borst(en) en/of de vagina van die [slachtoffer] betasten en/of aanraken en/of
- met zijn mond en/of tong een/de borst(en) en/of vagina van die [slachtoffer] aanraken en/of kussen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in het tijdvak van 11 t/m 12 maart 2009 te [plaats], met [slachtoffer], geboren [1995], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op 11 en 12 maart 2009 ontuchtige handelingen gepleegd met zijn dochter [slachtoffer], die toen nog maar 13 jaar oud was. Die ontuchtige handelingen bestonden onder meer uit het in de vagina brengen van zijn vinger. Door zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke en psychische integriteit van [slachtoffer] geschonden. Gedragingen als deze brengen, naar algemeen bekend is, ernstige schade toe aan de geestelijke en seksuele ontwikkeling van slachtoffers.
Uit het verdachte betreffend Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 3 augustus 2011 blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van het plegen van soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Gelet op het vorenstaande acht het hof de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel gerechtvaardigd.
Het hof betrekt in zijn oordeel eveneens dat ter zitting in hoger beroep is gebleken dat verdachte de verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedragingen en het ongeoorloofde ervan inziet. Sinds maart 2010 neemt hij op vrijwillige basis deel aan de behandelgroep voor zwakbegaafde daders van zedendelicten die wekelijks bij elkaar komt bij de AFPN. Daarnaast bezoekt hij elke twee weken B. Hensen, reclasseringswerker bij VNN en toezichthouder van verdachte.
De reclassering adviseert in haar rapport d.d. 24 maart 2010 dat verdachte, naast verplicht reclasseringscontact, als bijzondere voorwaarden in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf, een ambulante behandeling bij VNN dient te volgen en zijn deelname aan de zedengroep van de AFPN dient voort te zetten.
Mede gelet op verdachtes opstelling en zijn inzet, die er op is gericht om recidive te voorkomen, zal het hof de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm opleggen. Daarnaast dient hij een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, te verrichten. Aan de gebruikelijk bij een voorwaardelijke straf behorende proeftijd van twee jaren zal het hof, naast de algemene voorwaarde dat verdachte niet opnieuw zal overgaan tot het plegen van strafbare feiten, de bijzondere voorwaarden verbinden, zoals geadviseerd door de reclassering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 57, 63 en 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd stelt onder het toezicht van Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, door of namens deze instelling te geven, ook indien deze voorschriften en aanwijzingen inhouden:
- voortzetting van deelname aan de zedengroep van de AFPN gericht op het seksueel misbruik zolang de AFPN of de reclassering dat nodig acht, en
- de verplichting begeleiding te aanvaarden van de afdeling ambulante hulpverlening van VNN zolang de reclassering dat nodig acht.
Geeft eerstgenoemde instelling opdracht de verdachte bij de naleving van de opgelegde voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren werkstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo, voorzitter,
mr. P. Koolschijn en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 19 augustus 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J. Brink is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.