ECLI:NL:GHLEE:2011:BR4394

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
5 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002764-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens geslaagd beroep op noodweer in mishandelingszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was aangeklaagd voor mishandeling van de benadeelde partij, die op 7 februari 2010 in de gemeente [gemeente] zou zijn geslagen. De benadeelde partij had in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding ingediend van EUR 300,-, welke vordering niet-ontvankelijk was verklaard. In hoger beroep heeft de benadeelde partij zich opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering. Het hof heeft echter geoordeeld dat, nu de verdachte niet schuldig werd verklaard aan de mishandeling, de benadeelde partij niet in haar vordering kon worden ontvangen.

De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, en het hof heeft het vonnis vernietigd. Tijdens de zitting op 22 juli 2011 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die ontslag van alle rechtsvervolging heeft gevorderd op basis van noodweer. De verdachte had verklaard dat hij zich had verdedigd tegen een aanval van de benadeelde partij, die onverwacht zijn woning was binnengedrongen en hem had geslagen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in een noodweersituatie verkeerde en dat zijn reactie niet disproportioneel was.

Het hof heeft geconcludeerd dat het beroep op noodweer slaagde, waardoor de verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging. De beslissing van het hof was dat het vonnis waarvan beroep werd vernietigd, de verdachte werd vrijgesproken van de overige tenlasteleggingen, en het bewezen verklaarde niet strafbaar werd geacht.

Uitspraak

GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002764-10
Uitspraak d.d.: 5 augustus 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 8 november 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1933],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 juli 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot ontslag van alle rechtsvervolging van verdachte, vanwege een geslaagd beroep op noodweer, en dat het hof de vordering van de benadeelde partij zal afwijzen. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. J.D. Witteveen, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep redenen vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 februari 2010 te en in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend [benadeelde], meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 7 februari 2010 te [plaats] opzettelijk mishandelend [benadeelde], tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Van de zijde van de verdediging is ter terechtzitting van het hof een beroep gedaan op noodweer. Hiertoe is - kort gezegd - aangevoerd dat verdachte zich uit zelfverdediging tegen de aanval van aangever [benadeelde] heeft verweerd op de wijze zoals die is bewezen verklaard. Ook de advocaat-generaal heeft betoogd dat er sprake is van een noodweersituatie, en heeft in dat kader gevorderd dat verdachte ontslagen wordt van alle rechtsvervolging.
Op grond van de processtukken en het verhandelde ter zitting stelt het hof het navolgende vast.
Op 7 februari 2010 bevindt verdachte zich in zijn woning als er op een gegeven moment langdurig wordt aangebeld. Verdachte is - zo heeft hij ter terechtzitting van het hof verklaard - in de veronderstelling dat er iemand in nood is en haast zich naar de voordeur. Op het moment dat verdachte de deur een stukje heeft geopend, wordt de deur verder open geduwd en stormt iemand - naar later bleek [benadeelde] - naar binnen. Verdachte wordt meteen door deze persoon tegen zijn hoofd geslagen. Verdachte 'stuitert' hierdoor naar achteren en geeft [benadeelde] een stomp terug.
Uit de hiervoor beschreven gang van zaken blijkt, dat verdachte totaal onverwacht door aangever [benadeelde] werd aangevallen. Het hof acht aannemelijk geworden dat verdachte [benadeelde] daarop (met de vuist) heeft geslagen ter noodzakelijke verdediging van zijn lijf tegen de ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding door die [benadeelde]. Gelet op de feitelijke situatie ter plaatse en het zeer korte tijdsbestek waarin een en ander zich afspeelde, kon in redelijkheid niet worden gevergd dat verdachte anders handelde dan hij heeft gedaan. Het door verdachte gebruikte geweld is niet als disproportioneel aan te merken.
Nu het beroep op noodweer slaagt, zal verdachte worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 300,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Nu verdachte niet schuldig wordt verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door
mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter,
mr. B.J.J. Melssen en mr. J.J. Beswerda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier,
en op 5 augustus 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. J.J. Beswerda is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.