ECLI:NL:GHLEE:2011:BR3125
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot verwijzing wegens connexiteit in hoger beroep tussen Chamtor S.A. en [geïntimeerde]
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, betreft het een incident tot verwijzing naar het gerechtshof te 's-Gravenhage wegens connexiteit met andere aanhangige procedures. Chamtor S.A., een vennootschap naar buitenlands recht gevestigd in Bazancourt, Frankrijk, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De zaak draait om de aansprakelijkheid van [geïntimeerde], die als bestuurder van verschillende vennootschappen wordt aangesproken door Chamtor. De rechtbank had eerder in twee vonnissen van 24 maart 2010 en 28 juli 2010 geoordeeld over de vorderingen van Chamtor tegen [geïntimeerde].
Bij de behandeling van het incident heeft [geïntimeerde] verzocht om verwijzing van de zaak naar het gerechtshof in 's-Gravenhage, omdat deze nauw samenhangt met andere procedures die daar aanhangig zijn. Chamtor heeft deze vordering betwist en stelde dat de onderhavige procedure slechts gedeeltelijk verknocht is aan de Haagse procedures. Het hof heeft de vordering van [geïntimeerde] beoordeeld aan de hand van artikel 220 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat verwijzing naar een andere rechter van gelijke rang mogelijk maakt in geval van verknochte zaken.
Het hof oordeelde dat de belangen van proceseconomie en het voorkomen van tegenstrijdige beslissingen de voorkeur geven aan behandeling van de zaak door hetzelfde hof dat ook de andere procedures behandelt. De conclusie was dat de incidentele vordering van [geïntimeerde] werd toegewezen en de zaak werd verwezen naar het gerechtshof te 's-Gravenhage. De kosten van het incident werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.