ECLI:NL:GHLEE:2011:BR0629
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake woninginbraak met onredelijke vertraging in de procedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 juli 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen, dat op 12 januari 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1961 en thans verblijvende op een andere locatie, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken en een onvoorwaardelijke werkstraf van 120 uren had geëist. Tijdens de zitting op 21 juni 2011 heeft het hof geconstateerd dat er sprake was van onredelijke vertraging in de procedure, aangezien er bijna twee jaar en vijf maanden waren verstreken tussen het instellen van het hoger beroep en de uitspraak.
Het hof oordeelde dat deze vertraging een belangrijke factor was in de beslissing om de gevangenisstraf die door de politierechter was opgelegd, geheel voorwaardelijk op te leggen. De werkstraf werd onvoorwaardelijk opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht. Het hof bevestigde het vonnis van de politierechter voor het overige, maar vernietigde het vonnis ten aanzien van de opgelegde straf en deed in zoverre opnieuw recht. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de aard en ernst van het bewezenverklaarde feit, dat plaatsvond op 3 april 2008, en de omstandigheden waaronder dit is begaan, evenals de persoon van de verdachte.