ECLI:NL:GHLEE:2011:BR0598
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.P. den Hollander
- A.W. Beversluis
- K.R. Kuiken
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van ouderlijk gezag en voogdij over minderjarigen na langdurige uithuisplaatsing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de ontheffing van het ouderlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De ouders waren eerder door de rechtbank Groningen ontheven van het gezag en de Stichting Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) was benoemd tot voogd. De ouders hebben in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om de ontheffing van het gezag te weigeren. Het hof heeft vastgesteld dat de ouders in 2007 zijn getrouwd en gezamenlijk het gezag over de kinderen hebben, maar dat de kinderen sinds 2007 uit huis zijn geplaatst vanwege risicovolle opvoedingsomstandigheden, waaronder verwaarlozing en huiselijk geweld.
Het hof heeft overwogen dat de ouders onvoldoende inzicht hebben in de problematiek van hun kinderen en niet in staat zijn om aan hun specifieke behoeften te voldoen. Ondanks herhaalde verzoeken van de ouders om nader onderzoek naar hun pedagogische capaciteiten, heeft het hof geoordeeld dat een dergelijk onderzoek niet nodig is, aangezien er in 2008 al een onderzoek heeft plaatsgevonden. De kinderen hebben recht op veiligheid, continuïteit en stabiliteit in hun leven, en het hof heeft geconcludeerd dat het belang van de kinderen bij duidelijkheid over hun toekomstperspectief zwaarder weegt dan het belang van de ouders om het gezag te behouden.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarmee de ontheffing van het ouderlijk gezag is bevestigd en BJZ als voogd is benoemd. Deze beslissing is genomen in het belang van de kinderen, die zich in hun huidige pleeggezinnen positief ontwikkelen en voor wie een terugplaatsing naar de ouders niet verantwoord is.