ECLI:NL:GHLEE:2011:BR0260

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.068.806/01
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en wijziging van kinderalimentatie in hoger beroep met betrekking tot minderjarige kinderen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Leeuwarden diende, ging het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Leeuwarden van 17 maart 2010. De man had verzocht om wijziging van de kinderalimentatie voor zijn minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De rechtbank had zijn verzoek afgewezen, waarop de man in hoger beroep ging. In zijn beroepschrift, ingediend op 16 juni 2010, vroeg hij de beschikking van de rechtbank te vernietigen en de alimentatie voor de kinderen met terugwerkende kracht op nihil te stellen, alsook om terugbetaling van eerder betaalde alimentatie.

Tijdens de procedure in hoger beroep werd duidelijk dat partijen, met hulp van hun advocaten, tot overeenstemming waren gekomen over de alimentatie. De man had aanvankelijk verzocht om de nihilstelling van de onderhoudsbijdragen met terugwerkende kracht tot 1 september 2008, maar in hoger beroep vroeg hij om een latere ingangsdatum, namelijk 1 januari 2010. Het hof oordeelde dat de afwijzing van de rechtbank voor de periode vóór 1 januari 2010 niet meer ter discussie stond, en dat het hoger beroep zich enkel richtte op de periode vanaf die datum.

Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank voor zover deze betrekking had op de periode vanaf 1 januari 2010 en besloot opnieuw te oordelen. Het hof legde de afspraken die partijen hadden gemaakt over de onderhoudsbijdragen vast in de beschikking. De man werd veroordeeld tot betaling van een bijdrage van € 25,- per kind per maand, met specifieke voorwaarden voor de betaling en de achterstand. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof wees het overige verzoek van de man af. De uitspraak vond plaats op 9 juni 2011, waarbij de rechters A.H. Garos, R. Feunekes en E.H. Schijven-Bours aanwezig waren.

Uitspraak

Beschikking d.d. 9 juni 2011
Zaaknummer 200.068.806
HET GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant in het principaal appel,
geïntimeerde in het voorwaardelijk incidenteel appel,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. F.P. van Dalen, kantoorhoudende te Leeuwarden,
tegen
1. [geïntimeerde 1],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: de vrouw,
2. [geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [geïntimeerde 2],
geïntimeerden in het principaal appel,
appellanten in het voorwaardelijk incidenteel appel,
advocaat mr. A. Atema, kantoorhoudende te Leeuwarden.
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 17 maart 2010 heeft de rechtbank Leeuwarden het verzoek van de man tot wijziging van de kinderalimentatie voor de minderjarigen [kind 1], geboren [in 1991], en [kind 2] (hierna: [kind 2]), geboren [in 1993], zoals vastgelegd in de beschikking van 22 augustus 2007 van de rechtbank, afgewezen.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen op de griffie op 16 juni 2010, heeft de man verzocht de beschikking van 17 maart 2010 te vernietigen en opnieuw beslissende beschikking van 22 augustus 2007 te wijzigen en de kinderalimentatie en de alimentatie voor de jongmeerderjarige met ingang van 1 januari 2010 op nihil te stellen. Daarnaast heeft de man verzocht te bepalen dat de alimentatie die met ingang van 1 januari 2010 onverschuldigd is betaald, terugbetaald dient te worden en heeft hij verzocht de hoogte van het terug te betalen bedrag in redelijkheid en billijkheid vast te stellen.
Bij verweerschrift, binnengekomen op de griffie op 3 augustus 2010, hebben geïntimeerden het verzoek bestreden en verzocht de verzoeken van de man af te wijzen en de beschikking te bekrachtigen.
Tevens hebben zij bij voormeld verweerschrift voorwaardelijk incidenteel beroep ingesteld en daarin verzocht te bepalen dat bij de draagkrachtberekening uitgegaan wordt van het inkomen dat de man genereerde toen hij nog bij KPN in dienst was.
Bij verweerschrift, binnengekomen op de griffie op 16 september 2010, heeft de man het verzoek in het voorwaardelijk incidenteel beroep bestreden.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de overige stukken, waaronder een brief van 27 januari 2011 met bijlagen, van mr. Van Dalen.
Van de minderjarige [kind 2] is op 19 januari 2011 een brief binnengekomen op de griffie van het hof. Vervolgens is hij op 11 februari 2011 voorafgaand aan de behandeling ter zitting gehoord door een raadsheer-commissaris.
Ter zitting van 11 februari 2011 is de zaak behandeld. Verschenen zijn de man, bijgestaan door mr. Van Dalen, en de vrouw en [geïntimeerde 2] (die op op 27 december 2009 meerderjarig is geworden), bijgestaan door mr. Atema. De zaak is daarbij aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen door middel van mediation tot overeenstemming te komen.
Mr. Dechesne heeft bij brief van 29 april 2011 laten weten dat partijen tot overeenstemming zijn gekomen. Mr. Atema heeft bij brief van 10 mei 2011 namens de vrouw verzocht om de overeenstemming in een beschikking op te nemen. Mr. Van Dalen heeft hetzelfde verzocht in zijn faxbrief van 12 mei 2011.
De beoordeling
1. De man heeft in eerste aanleg verzocht de nihilstelling van de onderhoudsbijdragen in te laten gaan op 1 september 2008, maar in hoger beroep heeft hij een latere ingangsdatum verzocht, te weten 1 januari 2010. In hoger beroep is niet gestreden over de afwijzing van de rechtbank van het inleidend verzoek van de man voor zover het de periode vóór 1 januari 2010 betreft. Het geding in hoger beroep betreft daarom alleen de periode vanaf 1 januari 2010.
2. Het hof zal de door partijen gemaakte afspraken over de onderhoudsbijdragen vanaf 1 januari 2010 als ook de andere afspraken, zoals is verzocht door partijen, vastleggen in deze beschikking.
3. Gelet op de door partijen bereikte overeenstemming behoeven de grieven thans geen bespreking meer.
Slotsom
4. Het hof zal de beschikking waarvan beroep vernietigen voor zover het de periode vanaf 1 januari 2010 betreft en in zoverre opnieuw beslissen als na te melden.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep voor zover het de periode vanaf 1 januari 2010 betreft;
en in zoverre opnieuw beslissende:
veroordeelt partijen, de één tegenover de ander, tot naleving van de door hen getroffen onderlinge regelingen, zoals opgenomen in het op 27 april 2011 door partijen ondertekende overeenkomst, waarvan een door de griffier gewaarmerkt afschrift aan deze beschikking is gehecht en hiervan deel uitmaakt;
wijzigt daarbij de beschikking van 22 augustus 2007 van de rechtbank en bepaalt de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [kind 2], geboren [in 1993], en de aan [kind 1], geboren [in 1991], te betalen bijdrage in de kosten van zijn levensonderhoud en studie, met ingang van 1 januari 2010 op € 25,- per kind per maand, met dien verstande dat de man het bedrag voor [kind 2] zal storten op de rekening van de vrouw totdat hij 18 jaar is en daarna rechtstreeks op [kind 2]s rekening en dat de man het bedrag voor [geïntimeerde 2] met ingang van 1 april 2011 op de bankrekening van [geïntimeerde 2] zal storten;
bepaalt dat de man van de betalingsachterstand - die per 1 april 2011 een bedrag van € 750,- beloopt - in december 2011 de eerste helft zal voldoen, waarvan € 187,50 naar [geïntimeerde 2] zal worden overgemaakt en € 187,50 naar de vrouw, en dat de man in juni 2012 de tweede helft zal voldoen door € 187,50 over te maken naar [geïntimeerde 2] en € 187,50 over te maken naar de vrouw, met dien verstande dat als de man aan deze verplichting niet voldoet hij zonder aanmaning in verzuim is en wettelijke rente verschuldigd is;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte;
bekrachtigt de beschikking waarvan beroep voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.H. Garos (voorzitter), R. Feunekes en E.H. Schijven-Bours, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 9 juni 2011 in bijzijn van de griffier.