Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002731-09
Uitspraak d.d.: 29 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 16 juni 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1972],
wonende te [woonplaats], [adres].
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 juni 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het tenlastegelegde onder 1 en 2 tot een werkstraf van 120 uren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. H.A. de Boer, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 6 november 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres], aldaar) heeft weggenomen een (aantal) flesje(s) bier (merk: Amstel) en/of een (aantal) blikje(s) Red Bull en/of een portemonnee (met daarin enig geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 6 november 2008 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1], hoofdagent van politie, [verbalisant 2], agent van politie, gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling - zakelijk weergegeven - heeft toegevoegd: - dat de politie racisten waren, en/of - dat die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn broek naar beneden moesten doen zodat zij hem van achteren konden nemen. In Irak deed men dit ook met gevangenen, en/of die [verbalisant 1] - zakelijk weergegeven - heeft toegevoegd: - dat [verbalisant 1] een racist en/of een klootzak en/of een grote lul was, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Door wettige bewijsmiddelen heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op 6 november 2008 te [plaats], gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een woning gelegen aan de [adres], aldaar heeft weggenomen een aantal flesjes bier van het merk Amstel en een aantal blikjes Red Bull, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 6 november 2008 te [plaats], opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [verbalisant 1], hoofdagent van politie en [verbalisant 2], agent van politie, gedurende en ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid mondeling - zakelijk weergegeven - heeft toegevoegd:
- dat de politie racisten waren, en
- dat die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn broek naar beneden moesten doen zodat zij hem van achteren konden nemen. In Irak deed men dit ook met gevangenen, en
- die [verbalisant 1] - zakelijk weergegeven - heeft toegevoegd dat [verbalisant 1] een racist, een klootzak en
een grote lul was.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft, terwijl hij ruzie had met zijn buurman en onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol verkeerde, de voordeur van de woning van zijn buurman geforceerd, waarna hij naar binnen is gegaan. Hij heeft enkele flesjes bier en blikjes Red Bull meegenomen. Daarmee heeft verdachte geen rekening gehouden met de eigendommen van anderen. Tijdens en na zijn aanhouding heeft verdachte opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] op grove wijze beledigd, waarmee hij het gezag van genoemde opsporingsambtenaren heeft ondermijnd.
Het hof heeft gelet op een verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie
d.d. 15 april 2011 waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van strafbare feiten. Dit heeft verdachte er echter niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
Ter zitting van het hof heeft verdachte naar voren gebracht dat het ten tijde van het tenlastegelegde niet goed met hem ging. Hij dronk veel alcohol en had ruzie met zijn buren. Na onder meer de thans besproken incidenten heeft verdachte de beslissing genomen te verhuizen en hulp te zoeken. Nu gaat het beter met verdachte. De alcoholproblematiek zou over zijn en verdachtes woon- en werksituatie stabiel.
Op grond van voornoemde omstandigheden acht het hof oplegging van een gevangenisstraf niet meer op zijn plaats. Daarbij speelt ook het tijdsverloop sinds de gepleegde feiten een rol. Het hof komt tot oplegging van een werkstraf van hierna aan te geven duur.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57, 63, 266, 267, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. J. Hielkema, voorzitter,
mr. S. Zwerwer en mr. J.P. van Stempvoort, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R. Jansen, griffier,
en op 29 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.P. van Stempvoort is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.