ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ9767
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- H. Heins
- J.F. Aalders
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs voor oplichting
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was beschuldigd van twee gevallen van oplichting, waarbij hij zich valselijk had voorgedaan om maaltijden en consumpties te verkrijgen zonder te betalen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen wettig bewijs was dat de verdachte het oogmerk had om niet te betalen voor de gebruikte maaltijden en consumpties. Hierdoor heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
De zaak kwam voor het hof na een eerdere veroordeling door de politierechter, waarbij de benadeelde partij een schadevergoeding had geëist. De advocaat-generaal had een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar het hof oordeelde dat de bewijsvoering onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De verdachte had zich in beide gevallen voorgedaan als iemand met voldoende saldo om de maaltijden te betalen, maar het hof concludeerde dat dit niet voldoende was om de oplichting te bewijzen.
Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging. Tevens verklaarde het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. De beslissing van het hof is genomen na een zorgvuldige afweging van de bewijsstukken en de verklaringen van de betrokken partijen.