ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ9717
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.E.L. Fikkers
- M.M.A. Wind
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Huurovereenkomst en rechtsgeldigheid van jachtrechten
In deze zaak gaat het om de rechtsgeldigheid van een huurovereenkomst met betrekking tot jachtrechten tussen de appellant en de geïntimeerden. De appellant, vertegenwoordigd door mr. A.J. Boonstra, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Groningen, waarin de vorderingen van de geïntimeerden, [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2], zijn toegewezen. De kern van het geschil betreft de vraag of de Huurovereenkomst 2005 rechtsgeldig tot stand is gekomen. De appellant betwist dit en voert aan dat de overeenkomst niet door alle betrokken partijen is ondertekend en dat er sprake is van dwang en bedrog.
Het hof heeft vastgesteld dat de Huurovereenkomst 2005 is aangegaan voor een periode van 12 jaar, met een jaarlijkse tegenprestatie voor het schonen van de sloten. De appellant heeft aangevoerd dat hij niet op de hoogte was van de voorwaarden van de overeenkomst en dat deze niet rechtsgeldig is omdat de handtekening van een andere huurder, [S], ontbreekt. Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellant de overeenkomst had moeten lezen voordat hij deze ondertekende en dat hij verantwoordelijk is voor het niet naleven van de voorwaarden.
De appellant heeft ook betoogd dat de geïntimeerden hem hebben verhinderd om te jagen op de gronden, maar het hof heeft geoordeeld dat de appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims. Het hof heeft de grieven van de appellant verworpen en het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, met veroordeling van de appellant in de kosten van het geding in hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van schriftelijke overeenkomsten en de verantwoordelijkheid van partijen om de inhoud daarvan te begrijpen en te accepteren.