ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ8683

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
21 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002688-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bedreiging met een misdrijf tegen het leven

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 21 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was beschuldigd van bedreiging van een slachtoffer op 16 april 2009, waarbij hij met zijn auto dreigend op het slachtoffer afreed. De advocaat-generaal had een geldboete van € 400,00 geëist, subsidiair 8 dagen vervangende hechtenis. Tijdens de zitting op 7 juni 2011 heeft het hof de zaak onderzocht en de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer gehoord. Het hof constateerde dat de verklaringen van de aangever en de verdachte sterk uiteenliepen, wat leidde tot twijfels over de bewijsvoering. Het hof kwam tot de conclusie dat de inhoud van de wettige bewijsmiddelen niet voldoende was om de overtuiging te verkrijgen dat de verdachte het hem tenlastegelegde had begaan. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij mr. J.A. Wiarda niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002688-10
Uitspraak d.d.: 21 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 1 november 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1991],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 7 juni 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte terzake het hem tenlastegelegde tot een geldboete van € 400,00, subsidiair 8 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. G.J.P.M. Grijmans, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 16 april 2009, te of bij [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met de door hem, verdachte, bestuurde auto op de weghelft van het tegemoetkomende verkeer gereden en/of tot op een afstand van vijf of tien meter, (in de richting) van die [slachtoffer] gereden, althans die [slachtoffer] dicht was genaderd en/of heeft hij, verdachte, toen het stuur van de door hem bestuurde auto omgetrokken, althans een stuurbeweging gemaakt, (mede) tengevolge waarvan de auto die [slachtoffer] slippend passeerde en/of dichtbij en/of haaks op de auto van die [slachtoffer] tot stilstand is gekomen en/of heeft hij, verdachte, zijn auto (vervolgens) gekeerd en/of is hij, verdachte nogmaals in de richting van die [slachtoffer] gereden en/of die [slachtoffer] met hoge snelheid (op het midden van de weg) voorbijgereden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Aan verdachte is - kort gezegd - ten laste gelegd dat hij [slachtoffer] op 16 april 2009 heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht, dan wel met zware mishandeling.
Het hof heeft, gelet op de omstandigheid dat de verklaringen van aangever en verdachte ten aanzien van de feitelijke toedracht en aard van de bedreiging sterk uiteen lopen, niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het hem tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof,
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Aldus gewezen door
mr. H. Heins, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. J.A. Wiarda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen, griffier,
en op 21 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.A. Wiarda is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.