ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ7610

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003212-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen inzake bedreiging met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 9 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen, dat op 16 oktober 2009 was gewezen. De verdachte, geboren in 1966, heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van twee slachtoffers, te weten een notaris en een medewerkster van een makelaarskantoor. De bedreigingen vonden plaats in de periode van eind november tot begin december 2008. De verdachte heeft de notaris bedreigd met de woorden: 'Ik maak je kapot, ik ben niet bang voor je, voor de politie ben ik ook niet bang', en de medewerkster met de woorden: 'ik kom wel langs met een vriend en de boel kort en klein slaan'. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de bewezenverklaarde feiten heeft gepleegd, maar heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft geconstateerd dat de verdachte in een moeilijke periode verkeerde, maar dat er inmiddels aanzienlijke verbeteringen zijn aangebracht in zijn leven. Hij heeft hulp gekregen en woont nu in een zorgboerderij. Om deze positieve ontwikkeling niet te belemmeren, heeft het hof een geheel voorwaardelijke geldboete van EUR 500 opgelegd, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte is vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-003212-09
Uitspraak d.d.: 9 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 16 oktober 2009 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1966],
wonende te [woonplaats], [adres],
volgens opgave van de raadsvrouw thans verblijvende bij [verblijfplaats].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 26 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte voor feiten 1 en 2 tot een geldboete van EUR 250, te vervangen door 5 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw,
mr. K.B. Brouwer-Porte, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 27 november 2008 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 1] (notaris) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je kapot, ik ben niet bang voor je, voor de politie ben ik ook niet bang", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2008 tot en met 3 december 2008 te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 2] heeft bedreigd met openlijk geweld, immers heeft verdachte opzettelijk telefonisch voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"ik kom wel langs met een vriend en de boel kort en klein slaan", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1:
hij op 27 november 2008 te [plaats], [slachtoffer 1], notaris, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik maak je kapot, ik ben niet bang voor je, voor de politie ben ik ook niet bang";
feit 2:
hij in de periode van 1 december 2008 tot en met 3 december 2008 te [plaats], [slachtoffer 2] heeft bedreigd met openlijk geweld, immers heeft verdachte opzettelijk telefonisch voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "ik kom wel langs met een vriend en de boel kort en klein slaan".
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft meermalen bedreigingen geuit. Deze uitingen hebben [slachtoffer 2] angst aangejaagd. Zij was alleen en moest het makelaarskantoor waar zij werkzaam was, afsluiten. Ook notaris [slachtoffer 1] heeft zich angstig gevoeld door de uitingen van verdachte. Door zijn gedragingen heeft verdachte bij beide aangeefsters gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van
18 april 2011, waaruit blijkt dat hij niet eerder wegens strafbare feiten is veroordeeld.
Gebleken is dat verdachte de bedreigingen heeft gepleegd in een periode, waarin het op verschillende gebieden niet goed met hem ging. Inmiddels zijn er aanzienlijke verbeteringen aangebracht.
Het hof acht aannemelijk geworden dat sprake is van een positieve wending in verdachtes leven, in het bijzonder nu hij een veilige plek heeft gevonden om te wonen. Hij heeft hulp gekregen bij het aanvragen van een schuldsaneringstraject en woont sinds kort in een zorgboerderij, waar hij intensieve hulpverlening krijgt.
Om deze positieve ontwikkeling niet te belemmeren, zal het hof thans een geldboete in geheel voorwaardelijke vorm opleggen, mede teneinde verdachte ervan te weerhouden nogmaals de fout in te gaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. P. Koolschijn, voorzitter,
mr. T.H. Bosma en mr. R.E.A. Toeter, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R. Jansen, griffier,
en op 9 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mrs. T.H. Bosma en R.E.A. Toeter zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.