ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ7570

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003071-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontoerekeningsvatbaarheid en plaatsing in psychiatrisch ziekenhuis na bedreiging en mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 9 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1986, werd beschuldigd van bedreiging en mishandeling van [slachtoffer 1] op 29 juli 2009 in de gemeente [gemeente]. De verdachte heeft [slachtoffer 1] bedreigd met de woorden: 'Ik wil je afmaken' en heeft hem met een stoel geslagen, wat resulteerde in letsel. Tijdens de rechtszittingen werd vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met schizotypische, borderline en antisociale trekken, en dat hij ten tijde van de feiten waarschijnlijk tegen een psychose aan zat.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte niet strafbaar verklaard voor de bewezenverklaarde feiten, omdat hij deze heeft gepleegd onder invloed van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging, maar het hof gelastte wel zijn plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor een termijn van één jaar, gezien het risico op recidive en de gevaarlijkheid voor de algemene veiligheid van personen. De vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf werd afgewezen.

De uitspraak benadrukt de rol van geestelijke gezondheid in strafzaken en de mogelijkheid van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis als maatregel ter bescherming van de maatschappij. Het hof heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier, mr. H. de Ruijter.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-003071-09
Uitspraak d.d.: 9 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 23 november 2009 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 18-652026-08, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1986],
thans verblijvende in [verblijfplaats].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 12 mei 2010, 6 augustus 2010, 30 september 2010, 6 oktober 2010, 29 december 2010, 28 maart 2011 en 26 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vernietiging van het vonnis van de rechtbank, bewezenverklaring van hetgeen verdachte onder 1 en 2 is tenlastegelegd en oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand en de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. L.S. Wachters, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 29 juli 2009 in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd:"Ik wil je afmaken" en/of "Ik blijf zitten om jou en andere medewerkers op te wachten en af te maken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd:"Ik krijg die vieze tering temeijer nog wel" en/of "Ik maak die [slachtoffer 1] af", van welke woorden die [slachtoffer 1] kennis heeft genomen;
feit 2:
hij op of omstreeks 29 juli 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), een stoel tegen de (linker)arm van die [slachtoffer 1] heeft gegooid en/of met een stoel die [slachtoffer 1] heeft geslagen, althans getroffen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1:
hij op 29 juli 2009 in de gemeente [gemeente], [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd:"Ik krijg die vieze tering temeijer nog wel" en "Ik maak die [slachtoffer 1] af", van welke woorden die [slachtoffer 1] kennis heeft genomen;
feit 2:
hij op 29 juli 2009 in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer 1]), een stoel tegen de linkerarm van die [slachtoffer 1] heeft gegooid en met een stoel die [slachtoffer 1] heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
mishandeling.
Strafbaarheid van de verdachte
In de Pro Justitia rapportage van het Pieter Baan Centrum d.d. 17 mei 2011 rapporteren psycholoog [deskundige 1] en psychiater [deskundige 2] dat verdachte de feiten heeft gepleegd onder invloed van een persoonlijkheidsstoornis met schizotypische, borderline en antisociale trekken. Tevens constateren de onderzoekers dat in periodes sprake is van psychotische overschrijdingen en dat er duidelijke aanwijzingen zijn dat er in de laatste jaren sprake is van achteruitgang van verdachtes functioneren. Ten tijde van feit 1 zat hij waarschijnlijk tegen een psychose aan.
Het hof neemt bovengenoemde conclusies over en maakt die tot de zijne. Het hof is op grond van die conclusies van oordeel dat verdachte de feiten heeft gepleegd onder zodanige invloed van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens dat zij hem niet kunnen worden toegerekend. Verdachte is daarom niet strafbaar voor de gepleegde feiten en dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Oplegging van straf en/of maatregel
Voornoemde onderzoekers achten zonder behandeling de kans op recidive zowel op korte als lange termijn groot. Wegens het ontbreken van de noodzakelijke consistente motivatie en inzicht in de eigen problematiek, achten zij een gedwongen klinische behandeling aangewezen.
Het hof neemt bovengenoemde conclusies over en maakt die tot de zijne. Gelet op de aard van de gepleegde feiten en het risico op recidive, acht het hof verdachte gevaarlijk voor de algemene veiligheid van personen. Het hof zal daarom ter bescherming van de maatschappij gelasten dat de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis wordt geplaatst voor een termijn van een jaar.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Groningen van 31 oktober 2008, parketnummer 18-652026-08, opgelegde voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Op grond van hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14h, 14i, 14j, 37, 57, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit als hiervoor vermeld.
Verklaart de verdachte niet strafbaar ter zake van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Gelast de plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor een termijn van 1 (één) jaar.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Groningen van 18 augustus 2009, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Groningen van 31 oktober 2008, parketnummer 18-652026-08, voorwaardelijk opgelegde werkstraf voor de duur van 40 uren subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. K.J. van Dijk, voorzitter,
mr. A.J. Rietveld en mr. W. Foppen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. de Ruijter, griffier,
en op 9 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken,
zijnde mr. Rietveld voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.