1.4 Uit het door de politieambtenaren [politieambtenaar1] en [politieambtenaar2] van de Regiopolitie Amsterdam-Amstelland opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [geïntimeerde] als verdachte d.d. 21 februari 2008 (overgelegd bij conclusie van eis in eerste aanleg als productie 5) blijkt dat tijdens de doorzoeking van de woning van [geïntimeerde] op 19 februari 2008 een koffertje is aangetroffen met daarin onder andere een geldleningsovereenkomst, gedateerd 25 maart 2002, waarin staat dat [geïntimeerde] € 150.000 als lening ter beschikking stelt aan [betrokkene]. [geïntimeerde] beantwoordt de vraag van verbalisanten of dit de overeenkomst is die hij met [betrokkene] heeft opgesteld in het kader van de terugbetalingen van het creditcardgebruik, met "Ja". Op nadere vragen in verband met de datering van het stuk verklaart [geïntimeerde] dat dit stuk een jaar of twee later is opgesteld door [betrokkene].
1.5 [betrokkene] had, naast een rekening bij de Postbank, ook een bankrekening bij Theodoor Gilissen Bankiers te Amsterdam (hierna aangeduid als de TG-rekening).
1.6 Tussen oktober 2005 en september 2007 zijn vanaf de bankrekening van [appellante] diverse bedragen voor in totaal € 497.731,54 overgeboekt naar de TG-rekening van [betrokkene]. Daaronder is een bedrag van € 30.000,-- dat op 11 december 2006 is overgeboekt. Op diezelfde datum is vanaf de TG-rekening een bedrag van
€ 45.000,-- overgeboekt naar de bankrekening van autobedrijf [naam bedrijf] te Dronten (hierna: [autobedrijf]), met als omschrijving "Audi A6 zwart".
1.7 Sinds 12 december 2006 staat op naam van [geïntimeerde] een Audi A6 Quattro, kleur zwart, kenteken [kenteken]. [autobedrijf] heeft de in verband met de verkoop van die auto opgemaakte factuur op naam gesteld van en geadresseerd aan [geïntimeerde]. De factuur vermeldt als verkoopprijs € 63.900,-- en een inruilprijs van € 18.900,-- voor een Audi A6 2.5 TDI, zodat resteert te betalen € 45.000,--.
1.8 Op 8 januari 2007 is vanaf de bankrekening van [appellante] € 5.296,70 op de TG-rekening van [betrokkene] ontvangen. Diezelfde dag is een bedrag van € 10.200,-- van die rekening van [betrokkene] afgeschreven als deelbetaling voor de aanschaf van een horloge, merk Patek Phillipe 5146J-001 Jahres Kalender, bij [naam bedrijf]. te 's-Gravenhage (hierna: [de juwelier]), een firma die exclusieve horloges verkoopt. De aanschafprijs van het horloge bedroeg € 18.200,--. [betrokkene] heeft dit horloge als geschenk voor [geïntimeerde] aangeschaft.
Op 16 januari 2007 is vanaf de bankrekening van [appellante] een bedrag van € 5.393,70 op de TG-rekening van [betrokkene] ontvangen. Op diezelfde dag is vanaf die TG-rekening een bedrag van € 8.000,-- afgeschreven als restbetaling ter zake de aanschaf van genoemd horloge.
1.9 [geïntimeerde] heeft voorts (vanaf 25 juli 2005 tot begin augustus 2007) vanaf de bankrekeningen van [betrokkene] 23 maal een betaling ontvangen, tot een totaalbedrag van € 76.097,--.
1.10 [appellante] heeft op 17 december 2007 aangifte tegen [betrokkene] gedaan wegens oplichting, verduistering en valsheid in geschrifte. In het strafrechtelijk onderzoek tegen [betrokkene] is [geïntimeerde] als verdachte aangemerkt ter zake van witwassen, althans witwassen in vereniging van door [betrokkene] frauduleus verkregen, van [appellante] en/of derden afkomstige, gelden. De rechtbank Amsterdam heeft besloten de strafzaken tegen [betrokkene] en [geïntimeerde] gesplitst te behandelen.
1.11 Bij vonnis van 23 juni 2009 van de rechtbank Amsterdam is [betrokkene] ter zake van (i) oplichting meermalen gepleegd, (ii) verduistering, gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn beroep onder zich heeft, (iii) verduistering meermalen gepleegd, (iv) valsheid in geschrifte, meermalen gepleegd en (v) een gewoonte maken van witwassen, veroordeeld tot gevangenisstraf. Voorts is daarbij de hiervoor genoemde Audi verbeurd verklaard en is de vordering van [appellante] als benadeelde partij tot een bedrag van € 705.550,65 toegewezen. [betrokkene] is van dat vonnis in hoger beroep gegaan.
1.12 De strafzaak tegen [geïntimeerde] is nog niet door de rechtbank afgedaan.
1.13 In de door [appellante] tegen [betrokkene] aanhangig gemaakte civiele procedure heeft de rechtbank Amsterdam vonnis gewezen. Ook van dat vonnis is [betrokkene] in hoger beroep gegaan.