ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ7321

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
7 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002968-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en diefstal in vereniging met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 7 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte is veroordeeld voor diefstal en diefstal in vereniging, gepleegd op respectievelijk 25 september en 21 oktober 2010. De verdachte heeft op 25 september 2010 in een winkel in [plaats] een doos met ijsjes weggenomen, en op 21 oktober 2010 heeft hij samen met anderen fietsen gestolen in de gemeente [gemeente 2]. De verdachte heeft een strafblad met eerdere veroordelingen voor vergelijkbare feiten, wat heeft bijgedragen aan de beslissing van het hof. Het hof heeft de gevangenisstraf vastgesteld op 8 weken en heeft tevens de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 1 maand. De beslissing is genomen na het horen van de advocaat-generaal en de verdediging, waarbij het hof de ernst van de feiten en het strafrechtelijk verleden van de verdachte in overweging heeft genomen. Het hof heeft de eerdere veroordelingen en de impact van de diefstallen op de slachtoffers meegewogen in de strafoplegging. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummers: 24-002968-10 en 19-605209-08 (tul)
Uitspraak d.d.: 7 juni 2011
TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsvrouw)
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 6 december 2010 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 19-605209-08, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1974],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 24 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof gedeeltelijke tenuitvoerlegging zal gelasten van de eerder voorwaardelijke opgelegde gevangenisstraf, te weten één maand gevangenisstraf van de eerder voorwaardelijk opgelegde vier maanden gevangenisstraf, en voor het overige de proeftijd zal verlengen met één jaar.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsvrouw, mr. P. Rietberg, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw recht doen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 25 september 2010 te [plaats], gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een winkel gelegen aan [straat] ([bedrijf]) heeft weggenomen een doos met ijsjes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, althans zich heeft schuldig gemaakt aan verduistering van die doos met ijsjes;
feit 2 primair:
hij op of omstreeks 21 oktober 2010 in de gemeente [gemeente 2], (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- (in/uit een woning/bijkeuken aan [straat] te [plaats 2]) een (heren)fiets (merk/type Gazelle Chamonix), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- (vanaf een oprit aan [straat] te [plaats 3]) een (dames)fiets (merk/type Sparta Ithaka), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en/of
- (in/uit een woning/garage aan [straat] te [plaats 2]) een (heren)fiets (merk/type Giant Freerider), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
feit 2 subsidiair:
hij op of omstreeks 21 oktober 2010, in de gemeente [gemeente 2], althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) voorwerp(en), te weten
- een (heren)fiets (merk/type Gazelle Chamonix), en/of
- een (dames)fiets (merk/type Sparta Ithaka), en/of
- een (heren)fiets (merk/type Giant Freerider), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, en/of althans van (een) voorwerp(en), te weten
- een (heren)fiets (merk/type Gazelle Chamonix), en/of
- een (dames)fiets (merk/type Sparta Ithaka), en/of
- een (heren)fiets (merk/type Giant Freerider), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1:
hij op 25 september 2010 te [plaats], gemeente [gemeente 1], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een winkel gelegen aan [straat] ([bedrijf]) heeft weggenomen een doos met ijsjes toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf].
feit 2 primair:
hij op 21 oktober 2010 in de gemeente [gemeente 2], telkens tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- uit een woning/bijkeuken aan [straat] te [plaats 2] een herenfiets (merk/type Gazelle Chamonix), toebehorende aan [slachtoffer 1] en
- vanaf een oprit aan [straat] te [plaats 3] een damesfiets (merk/type Sparta Ithaka) toebehorende aan [slachtoffer 2].
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 25 september 2010 schuldig gemaakt aan diefstal van een doos met ijsjes en op 21 oktober 2010, tezamen met een ander, aan diefstal van twee fietsen. Door zijn handelen heeft verdachte een inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de eigenaren van de goederen en hen tevens overlast bezorgd.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie van
11 april 2011, waaruit blijkt dat verdachte vele malen eerder wegens strafbare feiten is veroordeeld. Verdachte is meermalen veroordeeld wegens (gekwalificeerde) diefstal, onder meer tot onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen. Deze eerdere veroordelingen en opgelegde straffen hebben de verdachte er niet van weerhouden de thans bewezen verklaarde feiten te begaan.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken een passende en noodzakelijke bestraffing is. Een andere, lichtere strafmodaliteit komt - gelet op verdachtes strafrechtelijke verleden - niet meer in aanmerking.
Vordering tenuitvoerlegging
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Assen van 26 augustus 2009, parketnummer 19-605209-08, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Het hof ziet aanleiding om dat slechts voor een gedeelte van die straf te doen, te weten voor één maand gevangenisstraf.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, zal voor het overige de bij dat vonnis vastgestelde proeftijd met 1 (één) jaar worden verlengd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14f, 14g, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Tenuitvoerlegging
Gelast de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Assen van 26 augustus 2009, parketnummer 19-605209-08, te weten van:
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand.
Verlengt de proeftijd voor het overige als vermeld in het vonnis van de politierechter te Assen van 26 augustus 2009, parketnummer 19-605209-08, met een termijn van 1 (een) jaar.
Aldus gewezen door
mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. P.W.J. Sekeris, raadsheren,
in tegenwoordigheid van S. van Krugten, griffier,
en op 7 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. P.W.J. Sekeris is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.