ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ7148

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
6 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002546-20
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens valsheid in geschrift met voorwaardelijke geldboete

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 6 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor valsheid in geschrift, waarbij hij op 22 november 2006 samen met een mededader een vervalste nationale strippenkaart heeft gebruikt. De strippenkaart was zodanig vervalst dat originele, afgestempelde strippen waren verwijderd en vervangen door ongestempelde strippen, waardoor het leek alsof de strippenkaart geldig was. De verdachte heeft deze vervalste strippenkaart getoond aan een buschauffeur van het vervoersbedrijf, met de intentie om te profiteren van gratis vervoer.

Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en het eerdere vonnis vernietigd. De advocaat-generaal had een geldboete van € 320,00 geëist, subsidiair 6 dagen hechtenis, waarvan een deel voorwaardelijk. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 320,00, met een voorwaardelijke straf van 6 dagen hechtenis, en een proeftijd van één jaar. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij in het verleden niet eerder was veroordeeld voor strafbare feiten. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 47 en 225 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002546-10
Uitspraak d.d.: 6 juni 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 21 september 2007 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1980],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 23 mei 2011.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake het hem ten laste gelegde tot een geldboete van
€ 320,00, subsidiair 6 dagen hechtenis, waarvan € 160,00, subsidiair 3 dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van 2 jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 november 2006 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vals(e) of vervalst(e) (nationale) strippenkaart (genummerd [nummer]), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, die (nationale) strippenkaart (zijnde een bewijs dat recht geeft op vervoer) (ter afstempeling) heeft getoond en/of aangeboden en/of overhandigd aan de/een buschauffeur (te weten [chauffeur] van het vervoersbedrijf [bedrijf]), en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat - meerdere/een (al dan niet gestempelde) originele strip(pen) van die strippenkaart is/zijn verwijderd en/of - op de vrijgekomen/opengevallen plaats(en) op die strippenkaart meerdere/een (ongestempelde) strip(pen) zijn bevestigd, zulks terwijl die strip(pen) (telkens) hetzelfde nummer als de (respectievelijke) ontbrekende originele strip(pen) bevatte(n), althans bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat de incomplete strippenkaart is aangevuld met meerdere/een (andere) ongestempelde strippen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 22 november 2006 te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalste nationale strippenkaart (genummerd [nummer]), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte, die nationale strippenkaart, zijnde een bewijs dat recht geeft op vervoer, ter afstempeling heeft getoond en aangeboden aan de buschauffeur, te weten [chauffeur] van het vervoersbedrijf [bedrijf], en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat - meerdere/een (al dan niet gestempelde) originele strip(pen) van die strippenkaart is/zijn verwijderd en - op de vrijgekomen/opengevallen plaats(en) op die strippenkaart meerdere/een (ongestempelde) strip(pen) zijn bevestigd, zulks terwijl die strip(pen) hetzelfde nummer als de respectievelijke ontbrekende originele strip(pen) bevatte(n).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van valsheid in geschrift.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft op 22 november 2006 tezamen met zijn vrouw een strippenkaart vervalst, door op een reeds afgestempelde strippenkaart lege strippen te plakken. Verdachte en zijn mededader kwamen hiertoe omdat ze het geld voor de terugreis met de bus waren verloren en ze anders niet thuis konden komen. Door aldus te handelen heeft verdachte het vervoersbedrijf [bedrijf] getracht te benadelen.
Uit een uittreksel uit het documentatieregister, d.d. 4 april 2011, blijkt dat verdachte in het recente verleden niet is veroordeeld wegens strafbare feiten.
Het hof heeft voorts gelet op hetgeen door verdachte ter terechtzitting naar voren is gebracht omtrent zijn persoonlijke omstandigheden.
Het hof acht de door de advocaat-generaal gevorderde geldboete in beginsel een passende straf. Het hof zal deze geldboete echter - gezien de financiële draagkracht van verdachte - geheel voorwaardelijk opleggen. Tevens ziet het hof in het feit dat de onderhavige zaak dateert van 2006 aanleiding om de proeftijd op één jaar te bepalen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 47 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van EUR 320,00 (driehonderdtwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 1 (één) jaar aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. S. Zwerwer, voorzitter,
mr. T.H. Bosma en mr. F. Vellinga-Schootstra, raadsheren,
in tegenwoordigheid van H. Pool, griffier,
en op 6 juni 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Vellinga-Schootstra, voornoemd, is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.