ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ6865
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Gemotiveerde vrijspraak in hoger beroep na ernstige beschuldigingen van seksueel geweld tegen minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 1 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 19 april 2007. De verdachte was beschuldigd van ernstige strafbare feiten, waaronder het seksueel dwingen van een minderjarige. Het hof heeft de zaak behandeld na verwijzing door de Hoge Raad en heeft de zittingen gehouden op 15 september 2010, 14 december 2010 en 19 mei 2011. De verdachte en de officier van justitie hadden hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis.
De tenlastelegging omvatte meerdere ernstige beschuldigingen, waaronder geweld en bedreiging met een mes, gericht tegen de minderjarige benadeelde. De verdachte zou de benadeelde hebben gedwongen tot seksuele handelingen. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als dader aan te wijzen. Het slachtoffer had de verdachte niet herkend, er waren geen directe getuigen en het DNA-onderzoek had niet met de vereiste mate van zekerheid aangetoond dat de verdachte de dader was.
Het hof heeft vastgesteld dat de verklaringen van de benadeelde inconsistent waren en dat de tijdslijnen niet klopten met de verklaringen van getuigen die de verdachte op het moment van de feiten op zijn werkplek zagen aankomen. Hierdoor bestond er redelijke twijfel over de schuld van de verdachte. Het hof heeft daarom het eerdere vonnis vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De vordering van de benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.