ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ6469
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging en aanpassing van gevangenisstraf in hoger beroep na poging tot doodslag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen van 21 februari 2011. De verdachte, die zich schuldig had gemaakt aan poging tot doodslag op zijn kennis, werd aanvankelijk door de rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar heeft de opgelegde gevangenisstraf aangepast. In plaats van de volledige gevangenisstraf van twee jaren, heeft het hof besloten om een deel van de straf, namelijk acht maanden, voorwaardelijk op te leggen. Dit betekent dat de verdachte onder bepaalde voorwaarden niet de volledige gevangenisstraf hoeft uit te zitten, mits hij zich gedurende de proeftijd van twee jaren aan de regels houdt.
De zaak kwam aan het licht na een uit de hand gelopen woordenwisseling tussen de verdachte en het slachtoffer, waarbij de verdachte het slachtoffer met een mesje in de hals stak. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat zowel de verdachte als het slachtoffer onder invloed van alcohol waren tijdens het voorval, wat heeft bijgedragen aan de escalatie van de situatie.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45 en 287 van het Wetboek van Strafrecht, die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde. Het hof heeft de eerdere veroordelingen van de verdachte, die geen geweldsdelicten betroffen, niet meegewogen in de strafoplegging. De uitspraak van het hof benadrukt de noodzaak van een evenwichtige straf die recht doet aan de ernst van het delict, maar ook de mogelijkheid biedt voor rehabilitatie van de verdachte.