ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ5289
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- B.J.J. Melssen
- R. Ch. Verschuur
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksvermogensbestanddelen naar Roemeens en Nederlands recht na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, gaat het om de verdeling van huwelijksvermogensbestanddelen tussen twee partijen na hun echtscheiding. De vrouw, appellante, heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Groningen van 13 april 2010 te vernietigen, waarin was bepaald dat de vermogensbestanddelen die voor 12 augustus 2003 waren verkregen, verdeeld moesten worden naar Roemeens recht, en die vanaf die datum naar Nederlands recht. De vrouw stelt dat de wijziging van het toepasselijke recht pas ingaat op het moment dat beide partijen de nationaliteit van het land bezitten waarin zij verblijven, in dit geval Nederland. De vrouw verkreeg de Nederlandse nationaliteit op 24 december 2008, en zij betoogt dat vanaf die datum het Nederlands recht van toepassing is op hun huwelijksvermogensregime.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder het huwelijk van partijen in Roemenië in 2001 en hun vestiging in Nederland. Het hof oordeelt dat de wijziging van het toepasselijke recht pas optreedt op het moment dat beide echtgenoten de nationaliteit van het land bezitten waarin zij verblijven. Aangezien de vrouw op 24 december 2008 de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen, concludeert het hof dat vanaf die datum het Nederlandse recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van partijen.
De beslissing van het hof is om de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk te vernietigen en opnieuw te beslissen dat de vermogensbestanddelen die voor 24 december 2008 zijn verkregen, verdeeld moeten worden naar Roemeens recht, en die vanaf die datum naar Nederlands recht. Tevens is bepaald dat iedere partij de eigen kosten van het geding in hoger beroep draagt. Deze uitspraak is gedaan op 15 februari 2011.