ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ5137
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.J. Beswerda
- H.J. Deuring
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs na geweldsincident bij voetbalwedstrijd
In deze zaak, die zich afspeelt na de voetbalwedstrijd tussen Cambuur en Roda JC op 3 juni 2009, is de verdachte aangeklaagd voor openlijk geweld. De verdachte werd beschuldigd van deelname aan een gewelddadige actie waarbij hij samen met anderen een dranghek zou hebben getrokken. Het Gerechtshof Leeuwarden heeft op 17 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 30 november 2009 werd vernietigd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld op basis van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden tijdens de zitting op 3 mei 2011 en de eerdere zitting in eerste aanleg.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van tachtig uren, met een proeftijd van twee jaar, en dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk zou worden verklaard. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De foto's in het dossier gaven geen overtuigend bewijs dat de verdachte daadwerkelijk aan het dranghek had getrokken. De verklaring van de verdachte dat hij daar stond om de spelers van Cambuur toe te juichen, werd niet als onaannemelijk beschouwd.
Het hof heeft ook de vordering van de benadeelde partij beoordeeld, maar oordeelde dat deze zich niet als benadeelde partij had gevoegd in de onderhavige zaak. Daarom werd de vordering van de benadeelde partij niet in behandeling genomen. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij het hem verweten gedrag had vertoond.