ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ5132
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M.P. den Hollander
- B.J.J. Melssen
- G.K. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van gezag over minderjarige na mishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar minderjarige zoon, die als baby ernstig letsel had opgelopen door mishandelingen. De moeder, die op een geheim adres woont, was in eerste aanleg door de rechtbank Leeuwarden ontheven van het gezag over haar zoon, geboren in 2007, en de pleegmoeder was benoemd tot voogd. De moeder heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking, waarbij zij verzocht om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om haar ontheffing van het gezag af te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat was om haar plicht tot verzorging en opvoeding van haar kind te vervullen. Dit werd onderbouwd door het feit dat de minderjarige na zijn geboorte met ernstig letsel in het ziekenhuis was opgenomen en dat de ouders hun betrokkenheid bij de mishandelingen ontkenden. De moeder had ook hulp geweigerd en had geen adequate zorg voor haar kind kunnen bieden. Het hof oordeelde dat het belang van het kind, dat inmiddels bij pleegouders woont en zich daar goed ontwikkelt, zwaarder weegt dan het recht van de moeder op hereniging.
De beslissing van het hof was om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen, waarbij de moeder ontheven blijft van het gezag over haar zoon. Het hof benadrukte dat het belang van het kind voorop staat en dat de stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie van groot belang zijn. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en de betrokken partijen, waaronder de moeder, haar advocaat, de Raad voor de Kinderbescherming, de pleegouders en vertegenwoordigers van Bureau Jeugdzorg.