ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ5020

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
16 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001431-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte voor openlijk geweld tegen meerdere voertuigen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 16 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd verweten openlijk in vereniging geweld te hebben gepleegd tegen tien auto's. Het hof heeft vastgesteld dat er ten aanzien van negen auto's onvoldoende wettig bewijs aanwezig was om de verdachte hiervoor te veroordelen. Voor de tiende auto, een Opel Corsa, heeft het hof niet de overtuiging gekregen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Hierdoor is de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.

De zaak kwam voor het hof na een onderzoek op de terechtzittingen van 26 november 2010 en 2 mei 2011. De advocaat-generaal had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde en een werkstraf opgelegd. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de verdachte niet schuldig was aan de hem verweten feiten. De vorderingen van verschillende benadeelde partijen tot schadevergoeding zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de benadeelde partijen in de kosten heeft verwezen, die door de verdachte zijn gemaakt. De uitspraak benadrukt het belang van wettig bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.

Uitspraak

Gerechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-001431-08
Uitspraak d.d.: 16 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 27 mei 2008 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1981],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 26 november 2010 en 2 mei 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van het verdachte ten laste gelegde en veroordeling ter zake tot een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, niet-ontvankelijkverklaring van de vordering van benadeelde partij [benadeelde 1] en toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen:
- [benadeelde 2] tot een bedrag van 1.294,36 euro;
- [benadeelde 3] tot een bedrag van 535,35 euro;
- [benadeelde 4] tot een bedrag van 1.785 euro;
- [benadeelde 5] tot een bedrag van 200 euro;
- [benadeelde 6] tot een bedrag van 739,76 euro
en daarbij telkens oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. F.J.V.H. Stoffels, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 30 september 2007, te [plaats], in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg(en), de [straat 1] en/of de [straat 2], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen:
- een personenauto (merk Volkswagen, type Golf), welke geparkeerd stond in de [straat 1],
- een personenauto (merk Nissan, type Micra, welke geparkeerd stond in de [straat 1],
- een personenauto (merk Volvo, type V40), welke geparkeerd stond in of nabij de [straat 1],
- een personenauto (merk Mazda, type Demio), welke geparkeerd stond in de [straat 1],
- een personenauto (merk Alfa Romeo, type 147), welke geparkeerd stond in de [straat 2],
- een personenauto (merk Smart, type Forfour), welke geparkeerd stond in de [straat 2],
- een personenauto (merk Ford, type Fiësta), welke geparkeerd stond in de [straat 2]
- een personenauto (merk Volkswagen, type Golf), welke geparkeerd stond in de [straat 2],
- een personenauto (merk Opel, type Corsa), welke geparkeerd stond in de [straat 2]
- een personenauto (merk Alfa Romeo, type 156), welke geparkeerd stond in de [straat 2],
welk geweld bestond uit:
- het schoppen en/of trappen en/of slaan tegen (de buitenspiegels van) die auto's en/of het van die auto's aftrekken van de buitenspiegel(s) en/of het de andere kant op drukken van de buitenspiegel(s) van die auto's, en/of het (opzettelijk gewelddadig) tegen (de buitenspiegels van) die auto's aanlopen en/of
- het (met een scherp voorwerp) bekrassen (van het lakwerk) van die auto's.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Verdachte wordt verweten ten aanzien van tien auto's openlijk in vereniging geweld te hebben gepleegd. Ten aanzien van negen auto's is onvoldoende wettig bewijs aanwezig dat verdachte daartegen openlijk geweld heeft gepleegd. Ten aanzien van de tiende auto - de Opel Corsa - heeft het hof niet de overtuiging bekomen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte zal aldus van het hem ten laste gelegde worden vrijgesproken.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 535,35. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 1.785,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 1250,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 200,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 1.294,36. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt EUR 739,76. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Gelet op het vorenstaande dient de benadeelde partij, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 3], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 4], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 1], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 5], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 2], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
Verklaart de benadeelde partij, [benadeelde 6], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Aldus gewezen door
mr. K. Lahuis, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. G.J. Niezink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers, griffier,
en op 16 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mrs. K. Lahuis en G.J. Niezink zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.