ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ4163
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.G. Idsardi
- J.H. Kuiper
- E. Groot
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vrijwillige uithuisplaatsing van minderjarigen door het Gerechtshof Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 19 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader van de kinderen, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter, betwistte de noodzaak van een rechterlijke machtiging voor de uithuisplaatsing. De kinderrechter had op 4 november 2010 een machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van de kinderen, die in het kader van vrijwillige hulpverlening waren geplaatst. De vader stelde dat hij instemde met de uithuisplaatsing, maar niet met het perspectief dat Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor de kinderen had uitgezet. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van een ondubbelzinnige en onvoorwaardelijke instemming van de vader met de uithuisplaatsing, wat noodzakelijk is voor vrijwillige uithuisplaatsing. De moeder stemde wel in met de uithuisplaatsing, maar de vader had bezwaren tegen de voorgestelde toekomst van de kinderen. Het hof concludeerde dat, gezien de omstandigheden, een machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk was en bekrachtigde de eerdere beschikking van de kinderrechter. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke instemming van ouders bij uithuisplaatsing van kinderen en de rol van BJZ in het proces.