ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ3794

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002176-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake opzetheling van gestolen goederen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1989 en woonachtig te [woonplaats], is beschuldigd van opzetheling van een gestolen fotocamera en zoomlens. De tenlastelegging betreft de periode van 21 januari 2010 tot en met 22 januari 2010, waarin de verdachte wist dat de goederen door misdrijf verkregen waren. Tijdens de zitting op 22 april 2011 heeft het hof het bewijs tegen de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte schuldig is aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft het eerdere vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een uittreksel uit de Justitiële Documentatie waaruit blijkt dat zij eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De vordering van de advocaat-generaal tot een voorwaardelijke gevangenisstraf werd niet gehonoreerd, omdat het hof van oordeel was dat de werkstraf voldoende was als bestraffing voor de gepleegde opzetheling.

Uitspraak

Grechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002176-10
Uitspraak d.d.: 4 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 10 september 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1989],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 april 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken met een proeftijd van twee jaren alsmede tot een werkstraf voor de duur van veertig uren, subsidiair twintig dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman, mr. C.J.P. Liefting, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
zij in of omstreeks de periode van 21 januari 2010 tot en met 22 januari 2010, althans op of omstreeks 22 januari 2010 te [plaats 1], gemeente [gemeente] en/of te [plaats 2], in elk geval in Nederland, een fotocamera (spiegelreflex, merk Nikon) en/of een zoomlens (70-200 mm) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fotocamera en/of zoomlens wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging gekregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij omstreeks 22 januari 2010, te [plaats 1], een fotocamera spiegelreflex, merk Nikon en een zoomlens voorhanden heeft gehad, terwijl zij ten tijde van het voorhanden krijgen van die fotocamera en zoomlens wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van een spiegelreflex fotocamera en een zoomlens. Door aldus te handelen heeft zij bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend Uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 7 maart 2011, waaruit blijkt dat zij eerder terzake strafbare feiten is veroordeeld.
Op grond van het vorenstaande, in samenhang beschouwd, is het hof van oordeel dat in dit geval een passende bestraffing gevonden kan worden in het opleggen van de door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf. Het hof acht geen termen aanwezig om daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen zoals door de advocaat-generaal is gevorderd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof,
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een werkstraf voor de duur van 40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. H. Heins, voorzitter,
mr. W.P.M. ter Berg en mr. J.A. Wiarda, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen, griffier,
en op 4 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.A. Wiarda is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.