ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ3782

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002797-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging en bedreiging via sms-berichten

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, die zijn ex-echtgenote gedurende een periode van drie maanden heeft belaagd door het versturen van vele sms-berichten, is veroordeeld voor belaging en bedreiging. De sms-berichten bevatten beledigende en dreigende inhoud, waaronder expliciete bedreigingen met de dood. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van specifieke recidive, gezien eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, dat op 5 november 2008 werd uitgesproken.

Tijdens de zitting op 22 april 2011 heeft het hof de zaak behandeld, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van drie maanden, waarvan twee maanden en dertien dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 60 uren heeft gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is schuldig bevonden aan het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-echtgenote en het bedreigen van haar met ernstige gevolgen.

De strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft rekening gehouden met de positieve veranderingen in het leven van de verdachte, zoals het verkrijgen van een vaste verblijfplaats en het ondernemen van nuttige activiteiten. Desondanks is de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 90 dagen en een werkstraf van 60 uren, met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft vastgesteld dat de redelijke termijn van de procedure is overschreden, maar heeft geen strafvermindering toegepast omdat de onvoorwaardelijke straf minder dan een maand bedraagt.

Uitspraak

Gereechtshof Leeuwarden
Sector strafrecht
Parketnummer: 24-002797-08
Uitspraak d.d.: 4 mei 2011
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 5 november 2008 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1958],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 22 april 2011 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde tot een gevangenisstraf van 3 maanden waarvan 2 maanden en 13 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en een werkstraf van 60 uren te vervangen door 30 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw, mr. Van der Veer, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 7 januari 2008 tot en met 4 maart 2008, te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], ex-vrouw van verdachte, met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers
- heeft verdachte in de genoemde periode vele malen, althans meermalen, sms-berichten, (die (deels) een dreigende en/of beledigende inhoud hadden,) aan die [slachtoffer] gezonden/doen toekomen en/of vele malen, althans meermalen, telefonisch contact met die [slachtoffer] opgenomen en/of trachten op te nemen;
- is verdachte op 29 februari 2008 naar de woning van die [slachtoffer] gegaan en/of heeft verdachte toen aldaar aangebeld en/of met de brievenbus geklepperd, met het oogmerk om contact te zoeken en/of te leggen met die [slachtoffer] en/of de kinderen van verdachte en die [slachtoffer];
feit 2:
hij in of omstreeks de periode van 7 januari 2008 tot en met 19 februari 2008, te [plaats], althans in de gemeente [gemeente], althans in het arrondissement Assen, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer] (een) sms-bericht(en) toegezonden/doen toekomen met de tekst "linda gaat dood" en/of "ontrouwe honden gaan dood" en/of "gaat sorry dood", althans (een) bericht(en) met woorden van dergelijke dreigende aard en/of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat ten laste gelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, heeft het hof de overtuiging verkregen en acht het hof wettig bewezen, dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
feit 1:
hij in de periode van 7 januari 2008 tot en met 4 maart 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], ex-vrouw van verdachte, met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen, immers heeft verdachte in de genoemde periode vele malen sms-berichten, die deels een dreigende en beledigende inhoud hadden, aan die [slachtoffer] gezonden en vele malen, telefonisch contact met die [slachtoffer] opgenomen en trachten op te nemen, met het oogmerk om contact te zoeken of te leggen met die [slachtoffer] en de kinderen van verdachte en die [slachtoffer];
feit 2:
hij in de periode van 7 januari 2008 tot en met 19 februari 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer] sms-berichten toegezonden met de tekst "linda gaat dood" en "ontrouwe honden gaan dood" en "gaat sorry dood", althans berichten met woorden van dergelijke dreigende aard of strekking.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
belaging;
het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende bijna twee maanden schuldig gemaakt aan belaging door veelvuldig sms-berichten te sturen aan zijn ex-echtgenote, [slachtoffer]. Het kwam geregeld voor dat de inhoud van die berichten beledigend van aard was; een enkele keer ook bedreigend. Ter zitting heeft verdachte aangegeven dat hij met deze berichten probeerde te bewerkstelligen het contact met zijn kinderen te verbeteren.
Ten nadele van verdachte spreekt dat hij blijkens een hem betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 25 februari 2011, in het verleden meerdere malen onherroepelijk is veroordeeld voor diverse delicten, waaronder belaging.
Het hof heeft voorts gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals deze door verdachte en zijn raadsvrouw ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht. Hieruit blijkt dat zich inmiddels een positieve verandering heeft voorgedaan in het leven van verdachte. Zo heeft hij weer een vaste verblijfplaats en besteedt hij zijn dagen nuttig met verschillende (vrijwillige) werkzaamheden. Tevens heeft verdachte aangegeven het initiatief voor contact bij zijn ex-echtgenote en zijn kinderen te hebben gelegd. Het hof is van oordeel dat gesproken kan worden van gewijzigde omstandigheden omtrent de persoon van verdachte.
Mede in aanmerking genomen hetgeen omtrent de persoon van verdachte is gebleken, is het hof - overeenkomstig de advocaat-generaal - van oordeel dat oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, beide van de hierna aan te geven duur, passend en geboden is.
Naar het oordeel van het hof is er sprake van overschrijding van de redelijke termijn van bijna zes maanden nu namens verdachte op 14 november 2008 hoger beroep is ingesteld. Nu het onvoorwaardelijke deel van de op te leggen gevangenisstraf minder bedraagt dan een maand en de onvoorwaardelijke werkstraf minder dan honderd uren beloopt, volstaat het hof met de enkele vaststelling dat de redelijke termijn is geschonden zonder toepassing van strafvermindering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 (negentig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 73 (drieënzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, en/of artikel 27a Sr bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt de verdachte voorts tot een werkstraf voor de duur van 60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter,
mr. O. Anjewierden en mr. P. Greve, raadsheren,
in tegenwoordigheid van R. Jansen, griffier,
en op 4 mei 2011 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Van Veen en mr. Greve zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Parketnummer: 24-002797-08
5
arrest
GERECHTSHOF LEEUWARDEN