ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ3686
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepkwekerij
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 3 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit een hennepkwekerij. De veroordeelde, geboren in 1974, was eerder veroordeeld voor het telen van hennep en had een hennepkwekerij in werking. Het hof oordeelt dat er vóór de ontdekking van de kwekerij ten minste één oogst heeft plaatsgevonden, wat leidt tot het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 7.347,15. Dit bedrag is gebaseerd op een rapport van de politie dat de bruto-opbrengst van de hennepkwekerij op € 15.767,85 heeft geschat, met aftrek van kosten. De politierechter had eerder een lager bedrag vastgesteld, maar het hof vernietigt dit vonnis en stelt het voordeel vast op het hogere bedrag. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het voordeel zou vaststellen op dit bedrag en de veroordeelde de verplichting zou opleggen dit aan de Staat te betalen. Het hof heeft deze vordering toegewezen en de veroordeelde is verplicht om het bedrag van € 7.347,15 aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan na onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, waarbij de verdediging heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs was voor een eerdere oogst. Het hof heeft echter geoordeeld dat de omstandigheden in het dossier voldoende aanwijzingen bieden voor het vaststellen van het voordeel.