ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ3266
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- G. Dam
- L.T. Wemes
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis eerste aanleg inzake ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 26 mei 2009. De zaak betreft de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde, die in eerste aanleg was veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 4.793,75 aan de Staat. Dit bedrag was geschat op basis van de door de veroordeelde gepleegde strafbare feiten, die verband hielden met opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De veroordeelde heeft tijdig hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het wederrechtelijk verkregen voordeel zou worden vastgesteld op € 4.793,- en dat de veroordeelde de verplichting zou krijgen om dit bedrag aan de Staat te betalen. Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep gevoerd op basis van de stukken van de eerste aanleg en het verhandelde ter zitting.
Het hof heeft zich verenigd met het vonnis van de rechtbank en heeft de beslissing om het bedrag van € 4.793,75 aan de Staat te betalen, bevestigd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de veroordeelde in persoon aanwezig was en werd bijgestaan door haar raadsman, mr. T. Akkerman. Het hof heeft in zijn arrest de relevante feiten en omstandigheden in overweging genomen en heeft geoordeeld dat de eerdere beslissing van de rechtbank juist was.