ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2756
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- W. Foppen
- S. Zwerwer
- J.H. Kuiper
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens meineed en valsheid in geschrift
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1982, was eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij zowel het hoger beroep als het eerdere vonnis zijn besproken. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte van de ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken.
De tenlastelegging omvatte onder andere het feit dat de verdachte in de periode van 8 november 2002 tot en met 23 mei 2008, ten overstaan van een ambtenaar van de gemeente, valselijk heeft verklaard over haar geboorteplaats en geboorteland, nadat zij de eed had afgelegd dat de verstrekte gegevens waarheidsgetrouw waren. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet bewezen kon worden wat de verdachte primair en subsidiair ten laste was gelegd.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, met H. Pool als griffier. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.