ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2756

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001066-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens meineed en valsheid in geschrift

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1982, was eerder veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij zowel het hoger beroep als het eerdere vonnis zijn besproken. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte van de ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken.

De tenlastelegging omvatte onder andere het feit dat de verdachte in de periode van 8 november 2002 tot en met 23 mei 2008, ten overstaan van een ambtenaar van de gemeente, valselijk heeft verklaard over haar geboorteplaats en geboorteland, nadat zij de eed had afgelegd dat de verstrekte gegevens waarheidsgetrouw waren. Het hof heeft echter geoordeeld dat niet bewezen kon worden wat de verdachte primair en subsidiair ten laste was gelegd.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, met H. Pool als griffier. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001066-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-885212-09
Arrest van 22 april 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 27 april 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. J. van Koesveld, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde zal vrijspreken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
primair:
zij in of omstreeks de periode van 8 november 2002 tot en met 23 mei 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], ten overstaan van een ambtenaar van de gemeente [gemeente], nadat zij op de bij de wet voorgeschreven wijze de eed/belofte had afgelegd dat de verstrekte gegevens overeenkomstig de waarheid zijn, in elk geval in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede/belofte vordert en/of daaraan rechtsgevolgen verbindt, schriftelijk, persoonlijk, opzettelijk valselijk, geheel of ten dele in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - heeft verklaard te zijn geboren te [geboorteplaats] in [geboorteland];
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
zij op of omstreeks 8 november 2002 te [plaats], in de gemeente [gemeente], een verklaring onder ede/belofte (naam/burgerlijke staat/gegevens ouder) als bedoeld in artikel 36 Wet Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk als haar geboorteplaats opgegeven: "[geboorteplaats]" en als haar geboorteland "[geboorteland]", zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
Vrijspraak
Het hof is met de advocaat-generaal en de raadsvrouw van oordeel dat niet bewezen kan worden hetgeen primair en subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat zij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt haar daarvan vrij;
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. J.H. Kuiper, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier.