Parketnummer: 24-003103-08
Parketnummer eerste aanleg: 19-605610-08
Arrest van 21 april 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 17 december 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1962] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsvrouw van verdachte mr. M. Lok, advocaat te Assen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsvrouw van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een geldboete van € 300,-, waarvan € 150,- voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Het hof heeft ter terechtzitting de tenlastelegging gewijzigd overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal. Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 28 maart 2008 in de gemeente [gemeente], [verbalisant 1] en [verbalisant 2], zijnde ambtenaren van de regiopolitie Drenthe, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een hond (Mechelse herder) voorhanden gehad en/of toen voornoemde personen hem wilden aanhouden, tegen deze personen gezegd: 'als je binnen komt dan stuur ik de hond op je af', althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Bewijsoverweging
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof aangevoerd dat de uitspraak: "als je binnen komt dan stuur ik de hond op je af" geen bedreiging met een misdrijf vormt. Voorts heeft zij betwist dat voornoemde zin bij verbalisanten de redelijke vrees kon doen ontstaan dat zij het leven zouden kunnen verliezen, dan wel zwaar mishandeld zouden worden. Derhalve dient verdachte te worden vrijgesproken, aldus de raadsvrouw.
Het hof gaat uit van de volgende feitelijke gang van zaken.
Op 28 maart 2008 staan de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] voor de woning van verdachte te [plaats], teneinde verdachte op last van de officier van justitie buiten heterdaad aan te houden. Bij de deur van de woning hangt een bordje met een afbeelding van een hond en de tekst: "hier waak ik". Nadat de verbalisanten hebben aangebeld doet verdachte de deur open. Hij reageert verbaal agressief op de verbalisanten. Daarbij roept hij, in de richting van verbalisanten en op een dreigende toon: "als je binnen komt dan stuur ik de hond op je af". Verdachte uitte deze zin meermalen tegen de verbalisanten. Beide verbalisanten verklaren dat zij zich bedreigd voelden door deze gedragingen van verdachte.
In de hierboven geschetste context beoordeelt het hof de uitspraak "als je binnen komt dan stuur ik de hond op je af" als een bedreiging met zware mishandeling. Deze bedreiging met een misdrijf is van dien aard en onder zodanige omstandigheden geschied dat bij de verbalisanten de redelijke vrees kon ontstaan dat zij zwaar lichamelijk letsel zouden kunnen oplopen. Het verweer van de raadsvrouw wordt derhalve verworpen en het ten laste gelegde wordt bewezen verklaard.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 28 maart 2008 in de gemeente [gemeente], [verbalisant 1] en [verbalisant 2], zijnde ambtenaren van de regiopolitie Drenthe, heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend, toen voornoemde personen hem wilden aanhouden, tegen deze personen gezegd: 'als je binnen komt dan stuur ik de hond op je af'.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 28 maart 2008 schuldig gemaakt aan bedreiging van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]. Hiermee heeft hij gevoelens van angst en onveiligheid bij de politieambtenaren veroorzaakt.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 16 februari 2011, waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van strafbare feiten, waaronder mishandeling. Dit heeft verdachte er echter niet van weerhouden opnieuw in de fout te gaan.
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting van het hof betoogd dat de overschrijding van de redelijke termijn dient te leiden tot strafvermindering. Het hof stelt vast dat in de procedure in hoger beroep de redelijke termijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is overschreden, nu niet binnen twee jaren na het instellen van het rechtsmiddel (op 19 december 2008) een eindarrest is gewezen. Gelet op de hoogte van de hierna op te leggen geldboete zal het hof echter volstaan met de constatering dat inbreuk is gemaakt op artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een geldboete van € 300,-, waarvan € 150,- voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, een passende en noodzakelijke bestraffing is. Het voorwaardelijke deel van de geldboete dient tevens als stok achter de deur, teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw in de fout te gaan.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van driehonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zes dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
beveelt, dat van de geldboete een gedeelte van honderdvijftig euro, subsidiair drie dagen hechtenis, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier.