ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2034

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
20 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003053-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot diefstal met eerdere veroordeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 20 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1968, was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door haar raadsman, mr. O. Bolluyt. De verdachte was eerder veroordeeld tot gevangenisstraf en werd nu opnieuw aangeklaagd voor poging tot diefstal, gepleegd op 17 oktober 2008. De officier van justitie had in hoger beroep een gevangenisstraf van 9 weken geëist, maar het hof oordeelde dat er sprake was van onredelijke vertraging in de vervolging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een gevangenisstraf van 7 weken op, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof gelastte tevens de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 43a, 45, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde feit.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003053-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-880413-08
Arrest van 20 april 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 5 december 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren in het jaar 1968 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte,
mr. O. Bolluyt, advocaat te Almere.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft beslist over de in beslag genomen goederen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte onder 1 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en haar ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 weken en de teruggave van de in beslag genomen goederen aan verdachte zal gelasten.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en in zoverre opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - voor zover voor dit hoger beroep van belang - ten laste gelegd, dat:
1.
zij op of omstreeks 17 oktober 2008, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen op/aan de [adres], aldaar) weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) van haar gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) onder haar bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of valse sleutels, opzettelijk die (afgesloten) woning is binnengegaan en/of (vervolgens) in een linnenkast in de slaapkamer en/of in de rest van die woning heeft gezocht naar geld en/of (een) goed(eren) van haar gading, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
zij op 17 oktober 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning (gelegen aan de [adres], aldaar) weg te nemen geld en/of (een) goed(eren) van haar gading, toebehorende aan [slachtoffer], terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
poging tot diefstal, terwijl sinds het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot diefstal in een woning. Naar algemeen bekend is, kunnen de slachtoffers van zo'n feit hiervan lang nadelige gevolgen ondervinden nu zij zich in een voor hun vertrouwde omgeving niet langer veilig kunnen wanen.
Uit het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 april 2011 is gebleken dat verdachte vóór het plegen van het bewezen verklaarde feit meermalen is veroordeeld wegens het plegen van met name (gekwalificeerd) diefstallen of pogingen daartoe. Deze veroordelingen hebben haar er kennelijk niet van weerhouden het bewezen verklaarde feit te plegen.
Bovendien heeft verdachte het onderhavige feit gepleegd op een moment dat nog geen vijf jaren waren verlopen sinds zij bij onherroepelijk geworden vonnis voor een soortgelijk misdrijf tot gevangenisstraf is veroordeeld.
De advocaat-generaal heeft bij de formulering van zijn eis de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting als uitgangspunt genomen. Deze vermelden voor een woninginbraak (met geringe braakschade en een buit van relatief geringe waarde) een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 10 weken.
Het hof ziet geen aanleiding om over te gaan tot oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken nu er sprake is van een poging tot diefstal in een woning.
Op grond van het voorgaande in samenhang beziend, acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken in beginsel passend en geboden.
De zaak is in eerste aanleg berecht op 5 december 2008 en de vertraging bij de behandeling in hoger beroep is geheel aan het openbaar ministerie toe te rekenen. Daarmee is er sprake van een onredelijke vertraging in de vervolging in de procedure in hoger beroep en daarom zal het hof, in plaats van voornoemde straf, een gevangenisstraf voor de duur van 7 weken opleggen.
Inbeslaggenomen goederen
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet, zal het hof, overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal, de teruggave van de in beslag genomen goederen aan verdachte gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 43a, 45, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zeven weken;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan verdachte van:
* 1 gouden dames schakelarmband, 17 cm lang en 1 cm breed;
* 1 gouden dames schakelarmband, 19 cm lang en 0,6 cm breed;
* 1 gouden gevlochten armband, 23 cm lang;
* 1 gouden dameshorloge, merk Pope;
* 1 gouden dameshorloge, merk Prisma;
* 1 dubbele gouden trouwring, 1 gouden damesring met zirkonia steentjes;
* 1 gouden dames kledingspeld met inscriptie '[inscriptie]';
* 1 gouden schakelketting met een hanger met groene steen;
* 1 gouden dubbele 36 cm lang met gouden tientje Koning Willem III;
* 1 gouden schakelketting met vierkante schakeltjes, 23 cm lang met hanger met rode steen;
* 1 gouden gedraaid/gevlochten halsketting, 23 cm lang;
* 1 geprepareerde schroevendraaier met plat haakje aan het eind, kleur zwart;
* 1 sleutelbos met 8 sleutels aan ring, passend op kastmeubilair.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. K. Lahuis, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier, zijnde mr. Greve voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.