ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1734
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens belaging en bedreiging
In deze zaak heeft het gerechtshof te Leeuwarden op 18 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1972 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was niet ter terechtzitting verschenen, maar zijn raadsman, mr. M.C. van Linde, was aanwezig. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld voor een misdrijf en had een vordering tot tenuitvoerlegging behandeld. De verdachte heeft tijdig hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een gevangenisstraf van zes weken en de vordering tot tenuitvoerlegging zou toewijzen. De tenlastelegging omvatte onder andere het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van een vrouw, genaamd [slachtoffer 1], en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De verdachte had in januari 2010 contact opgenomen met een vriendin van [slachtoffer 1] en had dreigende woorden geuit.
Het hof heeft de tenlastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat de gedragingen van de verdachte niet voldeden aan de eisen van stelselmatigheid zoals bedoeld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. De bedreiging die aan de verdachte werd ten laste gelegd, werd als te vaag en onduidelijk beschouwd, waardoor de redelijke vrees voor een levensdelict niet kon worden aangenomen. Het hof heeft derhalve de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten en de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen, omdat er geen veroordeling volgde.
De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij van de hem ten laste gelegde feiten. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer van het gerechtshof, bestaande uit drie rechters, en is in aanwezigheid van de griffier opgemaakt.