De beoordeling
De feiten
1. De rechtbank heeft in haar vonnis van 11 maart 2009 in rechtsoverweging 2 (2.1. tot en met 2.6) een aantal feiten vastgesteld waarover tussen partijen geen geschil bestaat, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
Tussen partijen staat - voor zover in dit hoger beroep van belang - het volgende vast.
1.1 [B.V. X] (hierna: [B.V. X]) heeft in opdracht van Volharding werkzaamheden (ondermeer het aanbrengen van scheepsbetimmeringen) verricht in en aan schepen die op de werf van Volharding werden gebouwd.
[B.V. X] was werkzaam aan een zestal schepen met de bouwnummers: [nummer 1], [nummer 2], [nummer 3], [nummer 4], [nummer 5] en [nummer 6].
1.2 Bij brief van 9 juni 2005 heeft Volharding onder meer het volgende aan [B.V. X] bericht:
"Na het hebben gevoerd van meerdere gesprekken (…) moeten wij constateren dat wij door het uitblijven van een adequate productie-inzet van uw organisatie schade oplopen in onze bouwnummers die bij u zijn uitbesteed.
Voor de goede orde informeren wij u het de volgende bouwnummers betreffen: [nummer 6]/[nummer 6] (bunkertankers), [nummer 1]/[nummer 2]/[nummer 3] (Heavy Lift), [nummer 4], [nummer 5] ([nummer 7] TEU).
Deze schade zit hem met name in onze productiestagnatie in de genoemde bouwnummers die door de geringe productievoortgang door u veroorzaakt wordt. Daarnaast blijft de waarde van uw werk in alle opzichten achter bij de waarde van de door ons betaalde facturen aan uw organisatie. Wij schatten onze schade op minimaal € 650.000,--. (…) "
1.3 [B.V. X] is bij vonnis van de rechtbank Groningen van 14 juni 2005 in staat van faillissement verklaard met aanstelling van appellant tot curator.
1.4 Bij brief van 7 juli 2005 heeft de curator Volharding onder meer bericht:
"(...) dat ten tijde van het faillissement van [B.V. X] er blijkens de debiteurenadministratie een vordering bestond op Volharding Shipyards van
€ 206.412,10."
1.5 Op 20 april 2006 heeft de curator Volharding onder meer geschreven:
"Ik roep in uw herinnering mijn schrijven d.d. 7 juli 2005. (…)
De tweede vordering die nog steeds onbetaald is gebleven is de vordering van in totaal € 206.412,10. (…) (5 dagen voor het faillissement) heeft u gesteld dat Volharding Shipyards een vordering heeft op [B.V. X] ten bedrage van
€ 650.000,--, die blijkbaar verrekend is met de vordering Van [B.V. X] op Volharding Shipyards. (…) Er wordt gesproken over het uitblijven van adequate productie-inzet van de zijde van [B.V. X] en dat zulks productiestagnatie zou hebben veroorzaakt. Dienaangaande dient Volharding Shipyards evenwel rechtens aan te tonen waar de gestelde schade uit zou bestaan (onderbouwd met nadere specificaties). (…)"
1.6 Volharding heeft de curator bij brief van 22 mei 2006 onder meer het volgende aan de curator bericht:
"(…)Volharding heeft in de weken voorafgaande aan het faillissement meerdere malen contact en overleg gehad met de directie van [B.V. X] over de voortgang en productie inzet. We maakten ons namelijk ernstige zorgen over deze voortgang en de performance van [B.V. X]. Zoals wij al in een eerder schrijven hebben aangegeven bleef de productievoortgang ver achter bij de door ons betaalde facturen.(…) Directie van [B.V. X] heeft een opstelling gemaakt waaruit destijds al bleek dat Volharding er ca. € 625.000,-- aan directe kosten bij in zal schieten. (…)
Gebleken was dat onze aanbetalingen voor de gecontracteerde orders niet gebruikt waren voor de gecontracteerde projecten, maar grotendeels voor overhead kosten en langlopende financiële verplichtingen. (…) Inmiddels zijn genoemde bouwnummers allen opgeleverd. Wij kunnen u berichten dat onze schade helaas niet "beperkt" is gebleven bij € 625.000,-- . De schade is inmiddels opgelopen tot ca. € 896.000,--. (…) Deze schade is veroorzaakt door de noodzaak van het inzetten van een alternatieve leverancier (Scheen) voor de werkzaamheden overeengekomen met [B.V. X], almede van delay en kosten door andere leveranciers en subcontractors.
In uw schrijven van 20 april 2006 meldt u dat er nog een vordering openstaat van € 206.412,--. Wij hadden dit bedrag graag overgemaakt. Maar het moet u bekend zijn dat betalingen overeenkomstig productievoorgang behoren te zijn. Hier was geen sprake van. De gefactureerde bedragen waren derhalve niet opeisbaar. Indien u twijfelt aan juistheid en de rechtmatigheid van het door ons gemelde schadebedrag nodig ik u van harte uit de nacalculaties van deze bouwnummers met elkaar door te nemen. (…)