ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0862
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.W.J. Sekeris
- K. Lahuis
- W. van Houtum
- Rechtspraak.nl
Hennepteelt met eigen gebruik als motief
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 11 april 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1978 en woonachtig in [woonplaats], was aangeklaagd voor het telen van hennep. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de geteelde hennep niet bestemd was voor de straathandel, maar voor eigen gebruik. Dit leidde tot de conclusie dat een kleinere hoeveelheid hennep bewezen kon worden verklaard dan eerder door de rechtbank en de advocaat-generaal was aangenomen.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft echter besloten het vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof achtte de verdachte strafbaar, maar hield rekening met het feit dat hij niet eerder was veroordeeld voor Opiumwetdelicten en dat hij na het plegen van het feit niet opnieuw met justitie in aanraking was gekomen.
De strafmotivering van het hof was gebaseerd op de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte de hennep had geteeld met de bedoeling deze zelf te gebruiken, wat leidde tot een andere strafoplegging dan in eerste aanleg. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van 250 euro, met een proeftijd van twee jaar, en werd vervangende hechtenis van vijf dagen opgelegd indien de geldboete niet betaald zou worden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van andere tenlasteleggingen die niet bewezen konden worden verklaard.