ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0226
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- K.J. van Dijk
- A.J. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Poging tot doodslag met voorwaardelijk opzet en verwerping van noodweer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 31 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot doodslag, waarbij hij met een mes het slachtoffer, [benadeelde], heeft verwond. De gedragingen van de verdachte werden door het hof als zodanig gericht op de dood van het slachtoffer aangemerkt, dat het hof oordeelde dat de verdachte de aanmerkelijke kans op dat gevolg heeft aanvaard. Het verweer van de verdachte dat hij handelde uit noodweer werd door het hof verworpen, omdat er geen feitelijke grondslag voor dit verweer aanwezig was. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte tot een gevangenisstraf van vier jaren zou worden veroordeeld, met aftrek van voorarrest, en dat de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij zou worden toegewezen.
Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van enkele overwegingen met betrekking tot het opzet en de strafbaarheid. Het hof oordeelde dat de verdachte zonder enige aanleiding het slachtoffer had aangevallen en dat hij met opzet de aanmerkelijke kans op de dood van het slachtoffer had aanvaard. De raadsman van de verdachte had aangevoerd dat er sprake was van noodweer, maar het hof concludeerde dat er geen sprake was van een situatie waarin de verdachte zich moest verdedigen tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Het hof achtte de verdachte strafbaar en bevestigde het vonnis van de rechtbank, met verbetering en aanvulling van gronden.