ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0214
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ruil van grond tussen gemeente en particulier; aanbod en aanvaarding; besluit gemeenteraad als doorslaggevend
In deze zaak gaat het om een ruil van grond tussen de Gemeente Ameland en [appellant], die woont in Nes, gemeente Ameland. De Gemeente had op 26 april 1999 een besluit genomen dat als aanbod tot ruiling van percelen gold. [appellant] aanvaardde dit aanbod bij brief van 25 mei 1999. De Gemeente stelde later dat een strook grond aan de oostzijde van perceel sectie A, nr. 3378 niet was inbegrepen in de ruil, maar het hof oordeelde dat dit niet het geval was. Het hof concludeerde dat de bevoegdheid om te beslissen over de ruil van onroerende zaken op grond van artikel 171 van de Gemeentewet voorbehouden was aan de gemeenteraad, en dat burgemeester en wethouders dit besluit niet zelfstandig konden aanpassen.
Het hof oordeelde dat de notariële akte van 3 november 1999 in overeenstemming was met de overeenkomst die was ontstaan door de aanvaarding van het aanbod door [appellant]. De Gemeente had onvoldoende onderbouwd dat zij de oppervlakte van de strook grond op een andere manier had gecompenseerd. Het hof wees de vorderingen van de Gemeente af en vernietigde het vonnis van de rechtbank van 3 juni 2009 voor wat betreft de onderdelen die betrekking hadden op de rectificatie van de notariële akte. De Gemeente werd veroordeeld in de kosten van de procedure in beide instanties.
Het arrest benadrukt het belang van de besluitvorming door de gemeenteraad en de rechtsgeldigheid van de notariële akte, en bevestigt dat de Gemeente niet kan afwijken van de gemaakte afspraken zonder een nieuwe besluitvorming.