ECLI:NL:GHLEE:2011:BP9414
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs voor misdrijf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 28 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor het opzettelijk gebruik maken van een woning en voorzieningen, waarbij de huur en nutsvoorzieningen zouden zijn betaald uit een uitkering die door misdrijf was verkregen. De verdachte heeft in hoger beroep aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor de tenlastelegging.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat de huur van de woning of de kosten voor nutsvoorzieningen en eet- en drinkwaren zijn betaald uit door misdrijf verkregen opbrengsten. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 70 uren, maar het hof heeft geoordeeld dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden verklaard.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Het hof heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de bewijsvoering niet voldeed aan de vereisten voor een veroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en de griffier was aanwezig tijdens de zitting.