ECLI:NL:GHLEE:2011:BP9363

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
25 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000469-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met beroep op noodweer

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 25 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, maar heeft in hoger beroep een beroep gedaan op noodweer. De verdachte stelde dat hij het slachtoffer pas had geslagen uit zelfverdediging, nadat het slachtoffer hem had geslagen en met hem op de vuist wilde gaan. Het hof heeft de verklaring van de verdachte in overweging genomen en geoordeeld dat er voldoende aannemelijkheid is dat de verdachte handelde uit noodzakelijke verdediging tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer.

Het hof heeft vastgesteld dat het strafdossier onvoldoende duidelijkheid biedt over de feitelijke gebeurtenissen en het aandeel van de verdachte in de geweldshandelingen. Gezien deze omstandigheden heeft het hof het beroep op noodweer gehonoreerd. De verdachte is ontslagen van alle rechtsvervolging, en het eerdere vonnis is vernietigd. Het hof heeft de verdachte niet strafbaar verklaard en heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het hof tot de conclusie kwam dat de verdachte niet strafbaar was voor de hem ten laste gelegde feiten.

De uitspraak van het hof is een belangrijke bevestiging van het recht op noodweer in situaties waarin een persoon zich verdedigt tegen een directe aanval. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen en benadrukt dat de omstandigheden van de zaak en de onduidelijkheid in het dossier hebben bijgedragen aan de beslissing om de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging.

Uitspraak

parketnummer: 24-000469-10
parketnummer eerste aanleg: 19-605081-09
Arrest van 25 maart 2011 van het gerechtshof Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 12 februari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. E.G.J. Hendriksen, advocaat te Zwolle.
Het vonnis waartegen het hoger beroep is gericht
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het hierboven genoemde vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal ontslaan van alle rechtsvervolging, op grond van honorering van het beroep op noodweer.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof komt tot een andere beslissing dan de eerste rechter.
Reeds daarom zal het vonnis worden vernietigd en opnieuw recht worden gedaan.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 14 april 2008 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]) (in het gezicht) heeft geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het aan hem ten laste gelegde heef begaan, met dien verstande dat:
hij op 14 april 2008 te [plaats] opzettelijk mishandelend een persoon, te weten
[slachtoffer], in het gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan de verdachte als meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
De verdachte en zijn raadsman hebben ter terechtzitting van het hof een beroep gedaan op noodweer. Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte [slachtoffer] pas heeft geslagen uit zelfverdediging, nadat die [slachtoffer] hem had geslagen en met hem op de vuist wilde gaan.
Het hof acht het, gelet op deze verklaring van de verdachte, voldoende aannemelijk geworden dat de verdachte het bewezen verklaarde feit heeft begaan, geboden door de noodzakelijke verdediging van zijn lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding door [slachtoffer]. Het hof heeft hierbij betrokken de omstandigheid dat het strafdossier een te summier en onduidelijk beeld geeft omtrent de feitelijke gebeurtenissen en het aandeel van de verdachte in de tegen [slachtoffer] aangewende geweldshandelingen.
Het beroep op noodweer slaagt. Het hof zal de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waartegen het hoger beroep is gericht, en opnieuw recht doende:
verklaart het aan de verdachte als voormeld ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat hem van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. J.H. Bosch, in tegenwoordigheid van H. Kingma als griffier, zijnde mr. J.H. Bosch buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.