ECLI:NL:GHLEE:2011:BP9092

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
24 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003148-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijke geweldpleging in hoger beroep na eerdere vrijspraak door politierechter

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was eerder vrijgesproken van openlijke geweldpleging, maar de officier van justitie heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 10 maart 2011 gehouden, waarbij zowel het hoger beroep als het eerdere vonnis zijn besproken.

De tenlastelegging betrof openlijke geweldpleging op 20 februari 2008, waarbij de verdachte samen met anderen geweld zou hebben gepleegd tegen twee benadeelden. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken van de ten laste gelegde feiten en de benadeelde partij niet ontvankelijk zou verklaren in haar vordering. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden.

Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. Tevens heeft het hof de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte van de gehele tenlastelegging is vrijgesproken. De kosten van het geding zijn voor rekening van de benadeelde partij, die in dit geval in de kosten is veroordeeld tot nihil. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de bescherming van de rechten van de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003148-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-651254-08
Arrest van 24 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 10 december 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.A.Th. Kostwinder, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het ten laste gelegde.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep op 10 maart 2011, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde en de benadeelde partij niet ontvankelijk zal verklaren in haar vordering.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg - ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 20 februari 2008 te [plaats] met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, het [straat 1] en/of [straat 2], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], welk geweld bestond uit het
- 's nachts, in beschonken toestand, op straat staan schreeuwen en/of met een hockeystick slaan en/of
- achterna rennen en/of trekken en/of duwen en/of ten val brengen en/of op de grond houden en/of
- (met een hockeystick) slaan en/of tussen de benen steken en/of porren, althans raken en/of
- (met geschoeide voet) schoppen tegen het lichaam en/of staan op de hand van die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2]
- (dreigend en/of intimiderend) de vrije doorgang belemmeren en/of
- toeschreeuwen/zeggen: "Kom dan, kom dan!" en/of "Oprotten",
waarbij hij, verdachte, die [benadeelde 1] heeft geslagen en/of gepord met een hockeystick, en welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (te weten gekneusde hand en/of schaafwonden) voor die [benadeelde 1] ten gevolge heeft gehad;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 20 februari 2008 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [benadeelde 1]) heeft getrokken en/of geduwd en/of ten val gebracht en/of (met een hockeystick) geslagen, althans geraakt en/of met geschoeide voet geschopt en/of op de hand is gaan staan van die [benadeelde 1], waardoor voornoemde [benadeelde 1] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen primair en subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg niet is toegewezen en dat zij zich binnen de grenzen van haar eerste vordering in het geding in hoger beroep opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Nu verdachte van de gehele tenlastelegging wordt vrijgesproken, dient te benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij niet ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. M.F.H.M. van Haastert, in tegenwoordigheid van mr. G.M. Fondse als griffier, zijnde mr. M.F.H.M. van Haastert buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.