ECLI:NL:GHLEE:2011:BP8901
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- G.M. Meijer-Campfens
- J. Hielkema
- J.P. van Stempvoort
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van bedreiging en veroordeling voor hennepteelt en diefstal van elektriciteit
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was eerder veroordeeld voor misdrijven, waaronder bedreiging en hennepteelt. De aangever had verklaard dat hij schrok van de uitlatingen van de verdachte, maar er was onvoldoende bewijs dat er sprake was van een bedreiging in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof oordeelde dat de verklaring van de aangever, in de context van een moeizaam verlopende omgangsregeling, niet voldoende was om te concluderen dat er vrees was opgewekt.
Daarnaast was de verdachte beschuldigd van hennepteelt en diefstal van elektriciteit. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 5 oktober 2007 tot en met 20 mei 2008 opzettelijk hennepplanten had geteeld en elektriciteit had weggenomen. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan deze feiten en heeft de straf bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, en tot een taakstraf van honderdtien uren, met vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht.
Het hof heeft het eerdere vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verdachte vrijsprak van de bedreiging, maar hem wel schuldig bevond aan de hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De uitspraak benadrukt de noodzaak van voldoende bewijs voor bedreiging en de gevolgen van het telen van hennep en het stelen van elektriciteit.