ECLI:NL:GHLEE:2011:BP8860
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor bedreiging en mishandeling van een medewerker van een justitiële jeugdinrichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor bedreiging en mishandeling van een medewerker van een justitiële jeugdinrichting. De verdachte, geboren in 1990, heeft op 5 augustus 2008 in een justitiële jeugdinrichting een medewerkster mishandeld en bedreigd. De politierechter in de rechtbank Assen had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar het hof oordeelt dat deze straf de positieve ontwikkeling van de verdachte zou kunnen belemmeren, aangezien hij binnenkort met proefverlof gaat. De verdachte heeft spijt betuigd van zijn daden en is gemotiveerd om zijn leven te beteren.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en in plaats daarvan een werkstraf opgelegd van zestig uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte verblijft momenteel in JPC De Sprengen te Zutphen en heeft aangegeven dat hij binnen twee maanden met proefverlof gaat. Het hof heeft ook het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister in overweging genomen, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk mishandelen van de medewerkster en het bedreigen met een scherp voorwerp. Het hof heeft de feiten bewezen verklaard en de verdachte strafbaar geacht, maar heeft niet bewezen geacht wat aan de verdachte verder ten laste was gelegd. De uitspraak van het hof is een voorbeeld van hoe de rechter rekening houdt met de rehabilitatie van de verdachte, vooral in het kader van de PIJ-maatregel.