ECLI:NL:GHLEE:2011:BP8860

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002855-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor bedreiging en mishandeling van een medewerker van een justitiële jeugdinrichting

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor bedreiging en mishandeling van een medewerker van een justitiële jeugdinrichting. De verdachte, geboren in 1990, heeft op 5 augustus 2008 in een justitiële jeugdinrichting een medewerkster mishandeld en bedreigd. De politierechter in de rechtbank Assen had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf, maar het hof oordeelt dat deze straf de positieve ontwikkeling van de verdachte zou kunnen belemmeren, aangezien hij binnenkort met proefverlof gaat. De verdachte heeft spijt betuigd van zijn daden en is gemotiveerd om zijn leven te beteren.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en in plaats daarvan een werkstraf opgelegd van zestig uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft bij de strafbepaling rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De verdachte verblijft momenteel in JPC De Sprengen te Zutphen en heeft aangegeven dat hij binnen twee maanden met proefverlof gaat. Het hof heeft ook het uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister in overweging genomen, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.

De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk mishandelen van de medewerkster en het bedreigen met een scherp voorwerp. Het hof heeft de feiten bewezen verklaard en de verdachte strafbaar geacht, maar heeft niet bewezen geacht wat aan de verdachte verder ten laste was gelegd. De uitspraak van het hof is een voorbeeld van hoe de rechter rekening houdt met de rehabilitatie van de verdachte, vooral in het kader van de PIJ-maatregel.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002855-09
Parketnummer eerste aanleg: 19-606720-08
Arrest van 22 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van
9 november 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1990] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in JPC De Sprengen te Zutphen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake de het hem onder 1 en 2 ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 100 uren subsidiair 50 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 05 augustus 2008, te [plaats], gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen, althans een maal, (tegen haar lichaam) heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 05 augustus 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, bestaande hierin, dat verdachte toen aldaar, zich bevindende op enige/korte afstand van die [slachtoffer], opzettelijk een (vlees)mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp en/of een computerscherm in de richting van die [slachtoffer] heeft gegooid.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 5 augustus 2008, te [plaats], gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon te weten [slachtoffer], meermalen tegen haar lichaam heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
2.
hij op 5 augustus 2008 te [plaats], gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, bestaande hierin, dat verdachte toen aldaar, zich bevindende op korte afstand van die [slachtoffer], opzettelijk een vleesmes en een computerscherm in de richting van die [slachtoffer] heeft gegooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1: Mishandeling;
onder 2: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Op 5 augustus 2008 verbleef verdachte in justitiële jeugdinrichting Het Poortje. Verdachte heeft, nadat hij door een medewerkster van die inrichting werd aangesproken op zijn gedrag, deze persoon mishandeld en bedreigd. Door zijn handelen heeft verdachte bij aangeefster een gevoel van angst en onveiligheid op de werkvloer teweeg gebracht. Daarnaast heeft verdachte door zijn handelen pijn bij aangeefster veroorzaakt en haar lichamelijke integriteit aangetast.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 13 januari 2011, waaruit blijkt dat verdachte meerdere malen is veroordeeld ter zake van - soortgelijke - strafbare feiten.
Het hof heeft daarnaast in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door hem ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht. Verdachte verblijft op dit moment, op basis van de PIJ-maatregel, in JPC De Sprengen te Zutphen. Verdachte heeft aangegeven binnen twee maanden met proefverlof te gaan. Verdachte heeft voorts naar voren gebracht spijt te hebben van zijn handelen en erg gemotiveerd te zijn thans iets van zijn leven te maken.
Het hiervoor overwogene geeft het hof - met de advocaat-generaal - aanleiding af te zien van oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de bovenvermelde persoonlijke omstandigheden acht het hof in plaats van de door de rechtbank opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf een werkstraf passend en geboden, zodat de positieve wending in het leven van verdachte niet wordt doorkruist.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57, 63, 285 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.P.M. ter Berg, voorzitter, mr. J.A.A.M. van Veen en mr. E. Pennink, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Pennink voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.