ECLI:NL:GHLEE:2011:BP8654
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- J.A.A.M. van Veen
- F.W.J. den Ottolander
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met geldboete en afwijzing tenuitvoerlegging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 18 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van zijn levensgezel, waarbij hij haar hardhandig bij de arm had vastgepakt en geknepen, wat pijn veroorzaakte. De politierechter had de verdachte een geldboete van € 225,- opgelegd, te voldoen in termijnen, en had een vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen. De verdachte ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting in hoger beroep werd de ontvankelijkheid van het hoger beroep besproken, waarbij het hof oordeelde dat de verdachte niet ontvankelijk was in zijn hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van een ander feit. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf en de vordering tot tenuitvoerlegging zou toewijzen. Het hof heeft echter besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen, maar heeft de verdachte alsnog veroordeeld tot een geldboete van € 225,-, te voldoen in vijf maandelijkse termijnen van € 45,-.
Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Ondanks eerdere veroordelingen voor geweldsdelicten, werd het bewezen verklaarde feit als van geringe ernst beschouwd. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf werd afgewezen, omdat de proeftijd inmiddels was geëindigd. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.