ECLI:NL:GHLEE:2011:BP7912
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.M.E. Laméris-Tebbenhoff Rijnenberg
- K.J. van Dijk
- A.J. Rietveld
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met verbetering en aanvulling van gronden in hoger beroep tegen poging tot beroving
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1992 en thans verblijvende in PI Veenhuizen, was eerder veroordeeld voor een poging tot beroving. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de beslissing over de vordering na voorwaardelijke veroordeling, bevestigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, inclusief medewerking aan een onderzoek en eventuele behandeling door de AFPN.
De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte tot een langere gevangenisstraf zou veroordelen, maar het hof heeft zich verenigd met de bewezenverklaring en de strafbaarheid van de dader. Het hof heeft echter vastgesteld dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim, omdat bewijsmateriaal, in de vorm van een handknijper, was vernietigd voordat het kon worden onderzocht op biologische sporen. Dit vormverzuim heeft echter niet geleid tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, maar het hof heeft dit wel genoteerd.
De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden vanwege ernstige inbreuken op de procesorde, maar het hof heeft deze stelling verworpen. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op basis van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft rekening gehouden met het recidiverisico van de verdachte en de aanbevelingen van de reclassering, wat heeft geleid tot de beslissing om een deels voorwaardelijke straf op te leggen. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, maar heeft het vonnis van de rechtbank in andere opzichten bevestigd.