ECLI:NL:GHLEE:2011:BP7334
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.H. Kuiper
- R.A. Zuidema
- M.E.L. Fikkers
- Rechtspraak.nl
Kennelijk onredelijk ontslagprocedure van een schoonmaakster die weigert naar een andere locatie te gaan
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een schoonmaakster, hierna te noemen [appellante], die door haar werkgever ISS Nederland B.V. is ontslagen. Het ontslag vond plaats nadat [appellante] weigerde om werkzaamheden te verrichten op een andere locatie in Leeuwarden, terwijl zij eerder werkzaam was op het project 'De Nieuwe Hoven' in Sneek. De arbeidsovereenkomst was onderhevig aan de CAO voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf. De kantonrechter had in eerste aanleg geoordeeld dat het ontslag terecht was, omdat het aangeboden werk in Leeuwarden als passend werd beschouwd. [appellante] stelde dat het ontslag kennelijk onredelijk was en dat de reden voor ontslag vals was, omdat zij vond dat de opdracht in Leeuwarden niet passend was.
Het hof heeft de feiten in de zaak beoordeeld en vastgesteld dat [appellante] op 20 januari 2003 in dienst trad bij ISS en dat zij op 4 oktober 2007 door de officemanager van de Timpaangroep werd geconfronteerd met klachten over haar werk. Na een reeks van gebeurtenissen, waaronder een ziekmelding en een aanbod voor ander werk, heeft ISS uiteindelijk de arbeidsovereenkomst opgezegd. Het hof oordeelde dat ISS op goede gronden had besloten om [appellante] van het project De Nieuwe Hoven af te halen en dat het aanbod voor werk in Leeuwarden redelijk was. De weigering van [appellante] om dit werk te aanvaarden werd gekwalificeerd als werkweigering.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en wees de vordering van [appellante] tot schadevergoeding af. De kosten van het geding in hoger beroep werden voor rekening van [appellante] gesteld. De uitspraak van het hof vond plaats op 1 februari 2011.