ECLI:NL:GHLEE:2011:BP7246
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- K.J. van Dijk
- J.P. van Stempvoort
- Rechtspraak.nl
Veroordeling wegens poging tot doodslag, diefstal en bezit van amfetamine
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 10 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1974 en thans verblijvende in Zwolle, was eerder veroordeeld voor verschillende vermogens- en geweldsdelicten. Hij werd beschuldigd van poging tot doodslag, diefstal van een mobiele telefoon en een smartcard, en het bezit van 65 gram amfetamine. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan twee jaar voorwaardelijk. De verdachte heeft in hoger beroep zijn onvrede geuit over de strafoplegging en verzocht om een lagere straf, waarbij hij aanvoerde dat hij gemotiveerd was om af te kicken van zijn drugsgebruik.
Het hof heeft het hoger beroep voor een deel ontvankelijk verklaard, maar de verdachte niet ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep tegen de vrijspraak van een ander feit. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zou bevestigen, voor zover dit voor hoger beroep vatbaar was. Het hof heeft de bewijsvoering en de bewezenverklaring van de rechtbank bevestigd, maar heeft de strafoplegging herzien. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn motivatie om zijn leven te beteren en de positieve ontwikkeling die hij doormaakt.
Uiteindelijk heeft het hof de gevangenisstraf bevestigd op vier jaar, maar met een voorwaardelijk deel van twee jaar. Dit betekent dat de verdachte niet de volledige gevangenisstraf hoeft uit te zitten, mits hij zich gedurende de proeftijd van twee jaar niet opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering gebracht op de onvoorwaardelijke straf. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters de beslissing gezamenlijk hebben genomen.